FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   629   630   631   632   633   634   635   636   637   638   639   640   641   642   643   644   645   646   647   648   649   650   651   652   653  
654   655   656   657   658   659   660   661   662   663   664   665   666   667   668   669   670   671   672   673   674   675   676   677   678   >>   >|  
n Skutari, waar zij zich inschepen op groote sloepen, loudras genaamd, die met twaalf roeiers zijn bemand, om eindelijk te Antivari weder aan boord van eene of andere stoomboot te gaan. Op die wijze trekken zij het land door van de dalmatische grens tot de grenzen van Albanie. Om de meer binnenwaarts gelegen provincien te bereizen, moet men eene karavaan organiseeren, en zulk eene reis blijft toch altijd een min of meer avontuurlijke tocht, die zeer veel tijd vordert uithoofde van den ongeloofelijk slechten staat der wegen. Men moet te Cettinje gidsen nemen, de noodige levensmiddelen medevoeren, zich van paarden of muilezels voorzien, en wel zorgen dat men het geschikte jaargetijde kiest. Is men van goede aanbevelingsbrieven of officieele dokumenten voorzien, dan geeft de Vorst een of twee krijgslieden zijner lijfwacht mede, die tot gewapend geleide dienen. Met uitzondering van de geneesheeren, die in het land verblijf hebben gehouden, van de ingenieurs en de sekretarissen van den Vorst, zijn er maar zeer weinig reizigers, die al de verschillende provincien van het vorstendom hebben bezocht; maar wie zich tot een bezoek aan Cettinje bepaalt, krijgt van het land een zeer onvolkomen en daarbij zeer ongunstigen indruk; wie zich van Montenegro een eenigszins juist denkbeeld wil vormen, moet minstens tot aan het meer gaan. De tocht echter over de bergen naar Rjeka is misschien even bezwaarlijk, als die van Cattaro naar Cettinje. De reis duurt niet langer dan vijf uren, maar de weg stijgt voortdurend tot Granitza, van waar men een prachtig uitzicht heeft. Voor zich ziet de reiziger de vallei van de Rjeka; de schitterende, onafzienbare watervlakte van het meer met de citadel van Zabljak, den ouden zetel der Vorsten van Zeta, eer zij hunne residentie naar Cettinje hadden verlegd; voorts de turksche eilanden Vranina, Monastir en Lesendria; de bergen van Albanie en het land der Mirditen.--Voorbij Granitza begint de weg te dalen, en wordt de tocht hoogst bezwaarlijk; de paarden glijden bij iederen voetstap uit, en de bij uitnemendheid woeste omgeving draagt er niet toe bij, om de ongemakken en gevaren van de reis te doen vergeten. VII. Montenegro bezit noch ruinen, noch gedenkteekenen; men treft er nauwelijks enkele sporen van vroegere tijden aan: maar de bewoners des lands mogen op onze volle belangstelling aanspraak maken, en in deze schier ontoegankelijke bergen vindt men nog in al hare zuiverheid en ruwheid de zeden van
PREV.   NEXT  
|<   629   630   631   632   633   634   635   636   637   638   639   640   641   642   643   644   645   646   647   648   649   650   651   652   653  
654   655   656   657   658   659   660   661   662   663   664   665   666   667   668   669   670   671   672   673   674   675   676   677   678   >>   >|  



Top keywords:
Cettinje
 

bergen

 

Albanie

 

provincien

 

Granitza

 

hebben

 
bezwaarlijk
 

voorzien

 

Montenegro

 

paarden


voorts
 

Zabljak

 

watervlakte

 
citadel
 
onafzienbare
 
Vorsten
 

residentie

 
hadden
 

verlegd

 

prachtig


Cattaro

 

langer

 

misschien

 

stijgt

 

reiziger

 
vallei
 

voortdurend

 
turksche
 

uitzicht

 

schitterende


bewoners

 

tijden

 

vroegere

 

nauwelijks

 
enkele
 

sporen

 
belangstelling
 

zuiverheid

 

ruwheid

 

ontoegankelijke


aanspraak

 

schier

 

gedenkteekenen

 
ruinen
 

echter

 
hoogst
 
glijden
 

iederen

 
begint
 
Voorbij