ragen het hunne tot de verwoesting bij. Zij leiden een zwervend leven
en staan volstrekt niet onder toezicht; tegen het einde van Juni komen
zij bij gansche troepen in de bosschen, en hakken en verbranden naar
welgevallen, zoodat zij somwijlen gansche berghellingen van houtgewas
ontblooten.
En welke zijn van dit alles de gevolgen? Het regenwater, door niets
meer tegengehouden, stroomt met verwoestend geweld over de naakte
hellingen, doet de beeken zwellen, overstroomt de lage vlakte, en
doet daar, stilstaande, koortsen ontstaan; de temperatuur ondergaat
ingrijpende veranderingen; de bronnen drogen in den zomer op. Reeds is
er ontzettend veel kwaad gedaan en onberekenbare schade aangericht,
en er bestaat nog niet het minste uitzicht, dat hierin verbetering
komen zal. De boeren zijn onwetend en lui, en de regeering bekommert
zich niet om dergelijke zaken. De houtvesters verkoopen vergunningen
tot exploitatie der bosschen, en houden hoegenaamd geen toezicht;
van boschkultuur hebbon zij niet het minste begrip. En hoe zou dit
anders kunnen zijn, daar ook die ambtenaren met ieder nieuw ministerie
aftreden?
Den volgenden morgen, ten zes uur, verlieten wij Achmed-Aga, en
vervolgden onze reis in noordoostelijke richting, steeds de oevers
van de rivier Eileos volgende, die door een prachtig platanenbosch
stroomt, dat onze volle bewondering opwekte. Sommige reusachtige
stammen trokken bovenal onze aandacht; onder een dezer kolossale
boomen hadden honderd ruiters zonder moeite plaats kunnen vinden.
Weldra komen wij te Mantoudi, een groot dorp, dat er welvarend en
zindelijk uitziet en de zetel is van een onderprefect. De inwoners
zijn bijna allen uitgewekenen van Hydra, en hebben den eigenaardigen
bouwtrant van dat eiland naar herwaarts overgebracht. Mantoudi
vertoont dan ook een geheel ander karakter, dan de andere dorpen van
Eubea. Wij houden ons echter hier niet op, en bereiken ten tien uur
het dorp Hagia-Anna, op eene hoogte gelegen, van waar men een prachtig
uitzicht heeft over geheel de omliggende streek en over de blauwe zee,
waaruit, aan den horizon, de eilanden Skopelos en Skiathos opdoemen.
Het huis, waar wij ons ontbijt gebruiken, heeft zoo geweldig dikke
en zoo stevige muren, dat het wel tegen eene aardbeving bestand
zou zijn. Perikles maakt ons ontbijt klaar in eene kamer op de
eerste verdieping, waarin het erg naar vochtig leder en sterke boter
riekt. Wij haasten ons dus zoo veel mogelijk: te meer daar het hede
|