FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34  
35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   >>   >|  
ze verder.... Een zucht ontsnapte haar. Daar stond, nevens de boeken, eene dooze of zeer klein schrijn, met leder overtogen en met gulden inlegwerk gesierd, dat ongetwijfeld een juweel of eenig ander kostbaar kleinood moest bevatten. Eene lange wijl staarde zij beweegloos doch met begeesterden blik op deze dooze, legde eindelijk aarzelend de hand er op en schouwde biddend ten hemel. Zij murmelde zeer zacht, als vreesde zij dat haar gelispel door iemand kon worden gehoord: "Dit schrijn bevat het levensgeluk eener vrouw! Toen zijne moeder haar einde voelde naderen, schonk zij hem het kostbaar juweel, en zeide tot vaarwel:'Robrecht, sier daarmede den hals uwer bruid tot mijne gedachtenis!' Wie? wie zal het zijn, o genadige God?" Maar een gevoel van beschaamdheid greep haar aan; zij duwde de kas toe, keerde terug naar den leunstoel en liet er zich op nederzakken. Waarschijnlijk zette zij den gelukkigen droom voort, die bij de kas hare dwalende ziel had gestreeld; want nog was haar oog helder en een blijde glimlach bleef op hare lippen zweven ... totdat eene nog jongere maagd dan zij in de zaal trad en, met opene armen op haar toesnelde terwijl zij uitriep: "Ah, God dank, God dank, daar zijt gij behouden weergekeerd, lieve Dakerlia!" "Goede, dierbare Witta", murmelde jonkver Wulf ontroerd, terwijl zij Robrechts zuster omhelsde, "hoe heb ik onverpoosd aan u gedacht! Nu toch ben ik wel gelukkig u weder te zien!" "En ik, Dakerlia, ik was zoo bedroefd en treurig dezen morgen...." "Treurig? Waarom, vriendinne?" "Van gisterenavond heeft mijn broeder mij gezegd dat gij teruggekomen waart. Hij vernam het van onzen oom, den kastelein Hacket, die u in eenen wagen de Ezelpoort zag binnenrijden. Ik ben vandaag met de zon opgestaan en heb lang uitgezien of gij niet kwaamt. De vermoeidheid, niet waar? Gij hebt wat laat geslapen?" "Maar neen, gij misgrijpt u", antwoordde Dakerlia, hare vriendin de hand nemende. "Kom, laat ons zitten en kouten. Het is eene gansche geschiedenis die ik u moet vertellen." "De reden waarom gij zoo laat mij bezoekt?" "Ja, Witta; het was eene gelofte die ik, op zee, aan Onze-Lieve-Vrouw van Brugge heb gedaan." "Op zee, Dakerlia? In eenen storm? Geloofd zij de Heilige Moeder, die u heeft beschermd. Maar, lieve hemel, hoe geraaktet gij op de woeste zee?" "Die zal ik u gaan verhalen, Witta. Luister slechts.... Toen wij te Lampernisse op de hofstede mijner moei kwamen, was zij zo
PREV.   NEXT  
|<   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34  
35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   >>   >|  



Top keywords:

Dakerlia

 

murmelde

 

terwijl

 

schrijn

 

juweel

 

kostbaar

 

woeste

 

geraaktet

 

beschermd

 
bedroefd

geschiedenis
 

gelukkig

 

treurig

 
Moeder
 

broeder

 

gansche

 
Heilige
 

gisterenavond

 
morgen
 

Treurig


Waarom
 

vriendinne

 

verhalen

 

Lampernisse

 

hofstede

 

jonkver

 

ontroerd

 

dierbare

 

mijner

 

kwamen


Robrechts

 

zuster

 

gedacht

 
onverpoosd
 

omhelsde

 

slechts

 

Luister

 
gezegd
 

Geloofd

 
gelofte

kwaamt
 
weergekeerd
 

vermoeidheid

 

geslapen

 

kouten

 

zitten

 

bezoekt

 

misgrijpt

 
antwoordde
 

vriendin