FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80  
81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   >>   >|  
t moest gaan, drukte Robrecht ontsteld de hand en verwijderde zich. De jongeling zette met zekeren haast zijnen weg huiswaarts voort, door de St-Jacobsstraat; maar na eene korte wijl begon allengs zijn stap meer en meer te vertragen en zijn hoofd voorover te hellen, als wierd zijn geest bezwaard door duistere gedachten. Toen hij achter St-Christoffelskapelle kwam, bleef hij staan en keek aarzelend in het ronde, als wist hij niet meer welken weg hij zou inslaan om zich naar zijnen Steen te begeven. In stede van de Markt over te gaan, keerde hij ter linkerhand, stapte over de Kraanbrug en daalde eene nauwe straat af, totdat hij de Spiegelrei bereikte. Hier naderde hij den boord der vliet, staarde eene lange wijl in de diepte van het heldere water en zette dan zijne droomachtige wandeling voort onder de hooge olmen die de kade overlommerden. Eindelijk liet hij zich, als afgemat van denken, op eene steenen bank nederzakken, en bleef daar met den blik ten gronde zitten. Zijn lot was dus beslist, afdoende en voor altijd beslist! Hij had zich onderworpen aan de onverbiddelijke wet des plichts; hij had moed en wil getoond en zich jegens Palcida en hare ouders op zulke wijze gedragen dat zijn oom over hem moest tevreden zijn. In den eerste had deze overtuiging hem verblijd en getroost: maar nu die eerste worsteling was doorgestreden en hij zich alleen bevond met zijne gedachten, was allengs weder het beeld van Dakerlia in zijnen geest opgestaan. Zijne droomen schetsten hem nu voor de oogen het stil en gelukkig leven dat hij hadde gesleten indien hij tot aan het graf had mogen vereenigd blijven met de zoete speelgenoote zijner eerste jaren, met de teedere maagd wier beeld zijn hart gansch had ingenomen en het nog onverwinbaar beheerschte, hoe hij ook poogde, in het gevoel des plichts, krachten te vinden om het te verjagen. Ach, nu hij eeuwig vaarwel aan den schoonsten droom zijner ziel had gezegd, nu las hij met klaarheid in zijnen eigen boezem, nu kon hij afmeten wat hij had verloren en welke schrikkelijke opoffering het noodlot hem had afgedwongen! Zijne goede zuster Witta, de arme weeze, welk zou voortaan haar lot zijn? Met de trotsche Placida zou zij niet lang kunnen wonen zonder zich vernederd te gevoelen. Zij zou dus heengaan en bij magen of vreemden eene toevlucht tegen de droeve eenzaamheid moeten zoeken. Met Dakerlia hadde zij aan de zijde eener zoete vriendin, eener teedere zuster geleefd. Welk huisgezin war
PREV.   NEXT  
|<   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80  
81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   >>   >|  



Top keywords:

zijnen

 

eerste

 

teedere

 
beslist
 
zijner
 

zuster

 
gedachten
 

allengs

 

Dakerlia

 

plichts


speelgenoote
 

beheerschte

 

gansch

 

onverwinbaar

 

poogde

 
ingenomen
 

opgestaan

 

droomen

 

schetsten

 
bevond

alleen

 
getroost
 

worsteling

 

doorgestreden

 

vereenigd

 

indien

 

gelukkig

 
gevoel
 

gesleten

 

blijven


gevoelen

 

vernederd

 

heengaan

 

zonder

 

trotsche

 

Placida

 

kunnen

 

vreemden

 

geleefd

 

vriendin


huisgezin

 

zoeken

 

toevlucht

 

droeve

 

eenzaamheid

 

moeten

 
voortaan
 

gezegd

 

klaarheid

 

schoonsten