EN:
[Voetnoot 25: Eenen moord kon men afkoopen van de erfgenamen of naaste
bloedverwanten des vermoorden, betalende eene zekere vergoeding, welke
men het _zoengeld_ noemde.]
[Voetnoot 26: Er bestaan van dien tijd nog vele oorkonden waarbij zekere
vrije personen zich de eene of andere abdij dienstbaar maken om hare
bescherming te genieten.]
[Voetnoot 27: Bij de Germaansche stammen moest men een grondeigendom
bezitten om stemrecht in de vergaderingen te hebben. Dit eigendom noemde
men eene _were_ en den bezitter eenen _weerman_.]
[Voetnoot 28: _Morgengave_ was de gift welke de bruidegom zijne bruid
moest schenken den morgen na zijn huwelijk; het was de eigenlijke
bruidschat.]
[Voetnoot 29: Zie aangaande de Vlaamsche strijdmacht, in het Fransche
leger: SUGER, _vie de Louis V, le gros,_ in de Coll. des memoires rel. a
l'hist. de Fr., tome VIII, pag. 126.]
IV
Karel van Denemarken, komende van Atrecht, over Rijssel en Kortrijk, had
met zijn gevolg den nacht te Thourout doorgebracht, waar hem de
gastvrijheid in het machtige klooster van St-Pieter was aangeboden
geworden.
Vele Vlaamsche ridders, waaronder ook wel eenige Erembalds of voorname
Kerels van Brugge, waren hem hier komen vervoegen en hadden hem reeds
hunne hulde bewezen.
Wat dezen hem hadden gezegd aangaande de volstrekte rust die gedurende
zijne lange afwezigheid in het Westelijk Vlaanderen had geheerscht, was
hem eene bron van voldoening, en hij toonde zich zeer minzaam met
elkeen, zelfs jegens zulke Kerels die vroeger, in den oorlog voor de
kroon, zijnen medestrever Willem Van Loo hadden geholpen.
Dien dag nog zou hij te Brugge aankomen en, volgens de hem gebrachte
berichten, er met alle mogelijke pracht en onder de oprechtste en
warmste toejuichingen des volks worden onthaald. Daar hij innig wenschte
aan de Fransche ridders, die hem vergezelden, te kunnen toonen dat hij
in zijn graafschap hoog was geeerd en algemeen bemind, stemde de
zekerheid van zulk schitterend onthaal hem gunstig. Het was met
zichtbare teekens van welgemoedheid dat hij, na een hartelijk ontbijt,
te paard steeg, om aan het hoofd van zijn gevolg den weg naar Brugge in
te slaan.
De ridders en wapenlieden, die al te zamen eene tamelijk sterke bende
vormden, hielden zich uit eerbied op eenigen afstand achter den graaf.
Deze reed alleen aan het hoofd van den stoet met Willem, den jongsten
hertog van Normandie, welke ditzelfde jaar met eene zuster der koningin
van F
|