FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93  
94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   >>   >|  
zekere richting naar het volk wijzende, zeide hij zeer stil: "Strena, ziet gij, ginder verre tegen dien hoogen Steen, den man met zwarten baard?" "Ja, zeer wel", antwoordde zij. "Herkent gij hem?" "Neen, Arnulf, ik heb hem nooit ontmoet, dat ik wete." "Is het niet Warad Valk, van Dudzeele?" "Wat? de moordenaar uws broeders?" kreet de vrouw verschrikt. "Gij misgrijpt u: die man is Warad niet." "Hij is het, zeg ik u, Strena." "Neen, neen, dit verhoede de hemel!" zuchtte de vrouw. "Zulke ontmoeting op dezen dag? Het ware een noodlottig toeval!" "Ongelukkig toeval, inderdaad; maar ik mag den dood van mijnen armen broeder niet ongewroken laten." "Wat gaat gij doen, Arnulf?" morde zij, hem angstig bij den arm vattende. "Gij kunt het vermoeden", antwoordde hij op somberen toon. "Plicht is plicht; weerhoud mij niet; blijf stil en waak over de kinderen. Gebaar u alsof gij niets had bemerkt. Heb ik mij misgrepen is die man Warad niet, dan kom ik onmiddellijk bij u terug." Hij drong vooruit en verdween tusschen de menigte. De verschrikte moeder omarmde hare kinderen en sloot ze met teekens van angstige liefde tegen hare borst. Eilaas, wat ging er geschieden? Misschien glinsterden reeds ginder de zwaarden, misschien vloeide reeds daar een duurbaar bloed! Zij was zoo welgemoed en zoo vroolijk aan de hand van haren man in Brugge getreden. Hoe zou zij nu naar hare hofstede te Moerkerke wederkeeren Als weduwe, met vaderlooze kinderen? Wie kon het weten? Door deze angstige gepeinzen neergedrukt had zij het hoofd gebogen en blikte ten gronde. Zij ontwaakte echter met eenen blijden kreet uit dezen naren droom: haar echtgenoot stond nevens haar. "De man dien ik had gezien was verdwenen", zeide hij. "Nergens kon ik hem nog bespeuren. Misschien was het inderdaad Warad Valk niet. Gij moet het weten, Strena, uw gezicht is sterker dan het mijne." "Geloof mij, Arnulf", antwoordde zij, "zeker, gij hebt u bedrogen." "Des te beter, Strena. Ik zou niet gaarne heden wraak te plegen hebben; maar, zage ik bij geval de moordenaar mijns broeders, ik zou wel moeten gehoorzamen; Waarad heeft den vrede verbroken en den zoen geweigerd." "Maar indien gij evenwel de vervulling van uwen plicht uitsteldet tot op eenen anderen dag?" "Onmogelijk! ik ware onteerd voor gansch mijn leven; elk vrij man zou mij als eenen lafaard verachten, gij weet het wel, Strena. Danken wij God dat ik mij heb misgrepen. Laat ons nu weder vr
PREV.   NEXT  
|<   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93  
94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   >>   >|  



Top keywords:

Strena

 

antwoordde

 

Arnulf

 

kinderen

 

toeval

 

angstige

 
Misschien
 

misgrepen

 

inderdaad

 

plicht


moordenaar

 

ginder

 
broeders
 

Danken

 

gronde

 

ontwaakte

 

echter

 
blijden
 
echtgenoot
 

verdwenen


verachten

 
lafaard
 

Nergens

 
gezien
 
nevens
 

wederkeeren

 

Moerkerke

 

hofstede

 
weduwe
 

vaderlooze


neergedrukt

 

gebogen

 

blikte

 

gepeinzen

 

verbroken

 

gansch

 

getreden

 

moeten

 

gehoorzamen

 
Waarad

uitsteldet

 
onteerd
 

anderen

 

vervulling

 
geweigerd
 

indien

 

evenwel

 

Geloof

 
sterker
 

gezicht