FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81  
82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   >>   >|  
e op de gansche wereld gelukkiger geweest? Een hemel van genegenheid, van vriendschap en van liefde! En nu, wat zou het zijn?... Maar er was niet op terug te keeren. Zijn hart bloedde en stortte nog eens zijne treurnis uit. Voor de laatste maal! Hij was man en zou zijnen plicht vervullen. Het beeld van Dakerlia zou hij uit zijn hart rukken, zijn vorig leven vergeten, en pogen gansch en oprecht de echtgenoote te beminnen die het lot hem had gegeven. Dit waren de gepeinzen van den lijdenden jongeling, daar hij onder de boomen, op de steenen bank, gansch bewusteloos van het overige der wereld, eenen smartelijken strijd tegen zijn eigen hart voerde. Bij het einde dezer overweging ontsnapte hem een diepe zucht, en nog meer helde zijn hoofd voorover onder het gewicht der smart. Terwijl hij daar beweegloos zat, naderde van den kant der Engelsche straat een ander ridder. Zoohaast deze mher Sneloghe herkende, bleef hij verrast staan en beschouwde hem met oogen waarin haat en nijd schenen te vlammen. Van dit bitter gevoel moest zijn hart overstorten; want zijne scherpe lippen trokken bevend tot eenen grijns te zamen. Na eene wijl dus met eene soort van booze vreugde op Robrecht te hebben gestaard, gaf hij zijn gelaat eene treurige, doch minzame uitdrukking en trad langzaam tot de steenen bank. Onder het murmelen eener groetenis zette hij zich neder met eenen diepen zucht en zeide: "God zij dank dat Hij mij den eenigen mensch laat ontmoeten die mij kan troosten. Robrecht, ik ben ongelukkig, diep ongelukkig O, mocht ik door u vernemen dat alle hoop mij niet is ontnomen!" "Wat wilt gij zeggen? Ik begrijp u niet", mompelde mher Sneloghe. "Robrecht, wij zijn vrienden. Laat gij mij toe u iets te vragen?" "Waarom niet? Spreek vrij, Disdir." "Robrecht, Dakerlia is schoon, niet waar?" "Welke vraag! Dit weet toch iedereen." "Ik bemin haar uit al de kracht mijner ziel; zonder hare wederliefde kan ik niet leven." Mher Sneloghe zag hem verwonderd aan. "En Dakerlia bemint u niet?" murmelde hij. "Het is pijnlijk inderdaad." "Ha, zij zou zoo koel en zoo wreed niet voor mij blijven", kreet Disdir Vos met eene nijdigheid welke hij poogde te bedwingen "maar, eilaas, zij bemint iemand anders! Kent gij dien gelukkigen sterveling, Robrecht?" "Kom, kom, mijn vriend Disdir", antwoordde mher Sneloghe, treurig glimlachende, "waarom dus met linksche omwegen mij ondervragen? Wees openhartig. Gij wilt zeggen dat ik bet bele
PREV.   NEXT  
|<   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81  
82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   >>   >|  



Top keywords:

Robrecht

 

Sneloghe

 

Disdir

 
Dakerlia
 
zeggen
 

ongelukkig

 

gansch

 

bemint

 
steenen
 

wereld


Waarom
 

Spreek

 

begrijp

 

vrienden

 

mompelde

 

vragen

 

diepen

 

eenigen

 
murmelen
 

groetenis


mensch

 

vernemen

 

ontnomen

 

ontmoeten

 

troosten

 

schoon

 

wederliefde

 

gelukkigen

 

sterveling

 

anders


iemand

 

poogde

 
bedwingen
 

eilaas

 

vriend

 

openhartig

 

ondervragen

 
omwegen
 
treurig
 

antwoordde


glimlachende

 
waarom
 

linksche

 

nijdigheid

 
kracht
 
mijner
 

zonder

 

iedereen

 

langzaam

 

blijven