aastig voort tot op de Markt. Hier bleef hij staan en wreef
zich met kracht over het voorhoofd, als om de volle bewustheid van
zijnen toestand te bekomen. Na eene wijl overwogen te hebben mompelde
hij treurig in zich zelven:
"Vaarwel, vaarwel, o schoone droom die den hemel voor mijne oogen had
geopend! Een enkel uur hebt gij geduurd ... om mij de slachtoffering
bitter en schrikkelijk te maken! Het is gedaan: uwe herinnering zelve
wil ik uit mijne hersens vagen. Ach, het lot is mij wreed; maar de
plicht is eene stalen wet. Ik ben man en Kerel; geene zwakheid!"
En na het uitspreken dezer woorden, stapte hij langzaam en immer denkend
over de Markt, en verdween achter St-Christoffels-kapelle.
VOETNOTEN:
[Voetnoot 16: Deze oude toren is ingestort ten jare 1316. Zie DESPARS,
_cronycke_, enz., I, pag. 395.]
[Voetnoot 17: "Burchard, die wreede, woedende, onversaagde krijgsman,
begaafd met eene wonderlijke lichaamskracht."
GALBERTUS, uitgegeven door Guizot, _Collection des Mem. rel. a l'hist.
de Fr._, tom. VIII, pag. 314.]
[Voetnoot 18: Over dezen krijgstocht van den graaf van Vlaanderen in
Aquitanie met den koning van Frankrijk, zie SUGER, _Vie de
Louis-le-Gros_, uitgegeven door Guizot, tome VIII, pag. 132.]
[Voetnoot 19: Thor, de krijgsgod der Romeinen, werd verbeeld met eenen
zwaren hamer in de hand. Men zegt daarvan nog in Brabant, van iemand die
zeer verbaasd of verbluft is: _hij staat als van den hamer geslagen_.]
[Voetnoot 20: "De tol der dienstbaarheid, gezegd _half have_ en
_Balfaert_, ook geheeten _beste hooft_."
VICTOR DE RODE, _Ann. du Comite Fl. de Fr._, t. VIII, pag. 145.]
[Voetnoot 21: Deze Willem Van Loo, burggraaf, dit is kastelein van
Yperen, was kleinzoon van Robrecht-de-Vries door Philips; Karel van
Denemarken was dit insgelijks, doch door Adela. Men vindt den volledigen
geslachtsboom in _Vie de Charles-le-Bon par le Dr. Wagner, trad. du
Danois par un Bollandiste._]
[Voetnoot 22: Tancmar had een landgoed te Straten en Burchard eene
woning te Bethferkerke. Beide deze plaatsen lagen op het gebied der
tegenwoordige parochie St-Andries, op eene mijl van Brugge.]
[Voetnoot 23: Bij het ontstaan der steden of vrije gemeenten was een
slaaf vrij als hij ongestoord een jaar en eenen dag in de stad had
gewoond."
P. BLOMMAERT, _Aloude Gesch. der Belgen_, pag. 175.]
[Voetnoot 24: Die vorm _Sher_ of _Ser_, alsdan gebruikt, is de genitivus
van _heer_; het is alsof er stond: _des heeren Rij
|