de verlossing."
Jonkver Dakerlia stond op en, terwijl de tranen nog over hare wangen
rolden, sprak zij snikkend:
"Ik vertrek van hier; ik begrijp mijnen plicht, over den dorpel van
dezen Steen mag ik niet meer treden. Het geheim dat, eilaas, tegen
mijnen wil mij is ontsnapt, zal ik opsluiten in mijn lijdend hart. Wees
gelukkig, Robrecht.... O, mijn God, Placida Van Woumen uwe vrouw! Ik zou
ze zien aan uwe zijde, op de plaats die.... Zinnelooze droom die mij de
zinnen ontstelt! Vaarwel, mher Sneloghe; bekreun u niet om mij: laat mij
ziek worden, verkwijnen, sterven!"
Zij wierp zich aan den hals van Witta en riep tusschen haren koortsigen
zoen:
"Nog eens, nog eens voor de laatste maal!"
En zich uit de omhelzing losrukkende, meende zij haren stap tot de deur
te richten; maar Robrecht hield haar terug en zeide met aangejaagdheid:
"Blijf, Dakerlia, ik smeek u! Gij waant mij gevoelloos voor uwe smart?
Mijn verdriet is dieper dan het uwe. Ach, hadde ik het vroeger kunnen
gelooven! Maar alle hoop is nog niet verloren. Kerlingaland kan de
slachtoffering van ons beider geluk niet eischen. Wees getroost,
Dakerlia. Wij hebben in elkanders hart gelezen. Neen, neen, Placida Van
Woumen wordt mijne echtgenoote niet! Laat mij gaan; ons levensheil kan
afhangen van een enkel oogenblik."
Hij wierp de juweeldoos op de tafel en liep ter zaal uit.
Dakerlia staarde hem achterna; doch, alsof zij geen geloof had in zijne
voorspelling, legde zij welhaast de handen voor de oogen en begon
overvloediger nog te weenen.
VOETNOTEN:
[Voetnoot 1: De kerk van O.L.V. te Brugge was eerst eene kapel, ten jare
745 door St-Bonifacius gesticht.... Haar schoone toren, die voor baak
aan de zeevaarders dient, heeft eerst 442 voet hoogte gehad.
LANSSENS _aloude staat van Vl._, bl. 235]
[Voetnoot 2: Men noemde alsdan eene stad _eene poort_ en de burgers
_poorters_.]
[Voetnoot 3: Bij verkorting zeide men, tot aanzienlijke personen
sprekende, _mher_ voor mijnheer, _ver_ voor vrouw, _jonkver_ voor
jonkvrouw.]
[Voetnoot 4: De woningen van aanzienlijke lieden, meest uit zware
steenen gebouwd en met waaktorens voorzien, noemde men Steenen, welk
woord gelijkstaat met het Fransch _manoir, donjon, castel_.]
[Voetnoot 5: Niet verre van de Fransche stad Boulogne lag alsdan de
vermaarde zeehaven _Witsant_, dus genoemd naar het witte zand der
duinen, evenals nu het Vlaamsche zeestadje _Blankenberghe_.]
[Voetnoot 6: Dat de bevolking der kust
|