FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52  
53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   >>   >|  
beurt er nu? Tancmar is in het leger met zijne beide zonen en heeft intusschen het beheer zijner goederen toevertrouwd aan zijnen neef Rambold Tancmar. Weet gij wat deze doet om mij te hoonen en uit te dagen? Hij zaait en oogst op mijnen grond en bouwt er eene schuur op. Het is een ware diefstal ... en ik, Burchard Knap, dien men eenen woestaard en eenen trotschaard noemt, ik heb het tot nu toe kunnen verkroppen als een machteloos kind! De graaf komt overmorgen in Brugge, zegt gij? Welnu, hij zal mij doen teruggeven wat mijn eigendom is, of bij Thors hamer[19], ik verplet al wie het mij nog durft betwisten!" "Mher Tancmar beweert dat de graaf zelf hem dien grond heeft geschonken", bemerkte Matfried Wegel. "Maar mag de graaf het eigendom van eenen vrijen man onder zijne voeten wegschenken?" "De listige Tancmar heeft onzen graaf bedrogen en hem doen gelooven dat die grond der kroon toebehoort." "Ben ik dan een lijfeigene of een slaaf", bulderde Burchard. "Kom, kom, onze heer graaf zal de zaak onderzoeken en u recht doen", zeide Gerwijn Eekel. "Karel van Denemarken?" vroeg Burchard met eenen grijns van misprijzen op de lippen, "Is dit nu een vorst die Vlaanderen betaamt? Hij kruipt voor den koning van Frankrijk; en deze zal hem zeker niet leeren hoe men de rechten der vrije mannen van Kerlingaland eerbiedigen moet." "Beschuldig onzen vorst Karel niet", bemerkte Segher Wulf. "Ware hij niet slecht geraden, hij zou in alles rechtvaardigheid plegen; maar de valsche Isegrims, die hem omringen...." "Dit is juist de zaak", bevestigde Willem van Wervick. "De leenheeren, die bloedvijanden der Kerels, drijven hem onverpoosd tot onrecht aan. Men noemt ze Isegrims, dit is wolven, en zij verdienen het wel, zij, die niets betrachten dan het vrije volk van Vlaanderen te verslinden. Meent gij dat zij verzadigd zijn?" "Dat geloove de duivel indien hij zich wil laten bedriegen!" riep Burchard. "Gij zult het zien, heeren: zoohaast de Isegrims in het land zijn zullen zij weder hunne kuiperijen beginnen om onzen Kerels den balfaart, het juk der slavernij op den nek te drukken![20]" "De graaf zal het beletten", zeide Matfried. "De graaf?" schertste Burchard. "Die huichelaar? Hij heeft het zelf gepoogd; de oorlog alleen...." "Zwijg, zwijg, daar is de proost!" mompelden eenige stemmen. Bertulf, de proost van St-Donaas, die nu met zijnen broeder Hacket, den kastelein, in de kamer verscheen, was een man van meer dan zes
PREV.   NEXT  
|<   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52  
53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   >>   >|  



Top keywords:

Burchard

 

Tancmar

 

Isegrims

 

zijnen

 

eigendom

 
bemerkte
 

Kerels

 

Matfried

 

Vlaanderen

 

proost


Kerlingaland
 

drijven

 

onrecht

 

eerbiedigen

 

onverpoosd

 

verdienen

 

mannen

 
verscheen
 

bloedvijanden

 

wolven


Wervick

 

rechtvaardigheid

 

plegen

 

kastelein

 

slecht

 

geraden

 
valsche
 
bevestigde
 

Willem

 
Beschuldig

Segher

 

omringen

 

leenheeren

 
Donaas
 

balfaart

 

slavernij

 

drukken

 

beginnen

 
kuiperijen
 

Bertulf


stemmen

 

alleen

 

eenige

 

oorlog

 

gepoogd

 

beletten

 
schertste
 
huichelaar
 

zullen

 

verzadigd