FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51  
52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   >>   >|  
t Dickens-jubileum natuurlijker zijn?--hoe komt ge dan bij het betreden van dit Couperus-huis [p.38] bedrogen uit! De gastheer ... de gastheer? Nergens te zien! Ge kijkt eens rond, en een onaangenaam gevoel overvalt u: zijt ge op een tentoonstelling tegen smaak-misleiding?.... Er scheen een blokkenvuur in den haard te branden, maar even naderbij getreden, ontdekt ge, dat 't een kwalijk riekende gashaard is met namaakblokken van asbesth. Een oude gloed van gobelins aan de muren, en die, meendet ge, waren toch echt.... Och, och, alle duivels, het is papier van zooveel de rol! Maar gelukkig! daar komen tenminste menschen de kamer binnen. Ah, Lucius, oue Romein, men ontmoet een van jou slag niet elken dag. Mag ik eens nader kennis maken? Maar poe! Wat mankeert die vent! Die raaskalt, die speelt 'n bezetene.... Zeg, Jandorie en bij Jupiter, wou je mijn!.... Maar die oom Catullus en die Kaleb, die lijken u nog al geschikte kerels, die schijnen u nog al nuchter te zijn. En inderdaad: "Och weet u," zegt oom Catullus, u vertrouwelijk onder den arm pakkend, "we binne acteurs, dacht u nou heusch, da'we ... haha ... da'we Romeine ware ... maar komt ue dan uit Purmerent as ik vragen mag.... An die Lucius had u dat toch wel dadelijk kenne merken, die zal nog heel wat moete repeteere voor-ie toonbaar is!... We binne het gezelschap-Couperus ... spele voor filmopname.... Maatschappij Holkema en Warendorf.... O maar daar is de directeur! dat treft u!... Meneer Couperus! Meneer Couperus!... daar is 'n heer, die dacht da'we, haha, da'we...." Maar meneer Couperus lacht niet van harte mee; meneer Couperus trekt een gezicht als een boer die kiespijn heeft; meneer Couperus herinnert zich, dat hij niet altijd als direkteur van een bioscoopfilm-tooneeltroep het land afreisde; dat hij eens in zijn grooter tijd een ontzaglijk Magier was, die machtige geesten opriep, hen bond in zijn ban, hen een lichaam schiep en ze voor de oogen der door zijn mysterieuse grootheid verrukte menschen liet leven, leven! Och, niemand verliest geheel zijn grooter Zelf: de figuren van Kaleb, den gids, en van Catullus zijn gezellig-goed. Dat gevalletje van het slaafje Tarrar met zijn slangetjes is aardig [p.39] en lief. Die beschrijving van den Witten Nacht is _fraai_ en wij geraken wel in de stemming, we ontvangen wel een beeld van heel dat ontzaglijk grootsch verleden ... jawel ... maar _de centrale fout van het werk is, dat de menschen er om het decor zijn en niet he
PREV.   NEXT  
|<   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51  
52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   >>   >|  



Top keywords:

Couperus

 

menschen

 

Catullus

 

meneer

 

Meneer

 
grooter
 

Lucius

 

ontzaglijk

 

gastheer

 
dadelijk

vragen

 

gezicht

 
herinnert
 

kiespijn

 

repeteere

 

filmopname

 

gezelschap

 

toonbaar

 

merken

 
directeur

Maatschappij

 

Holkema

 

Warendorf

 

afreisde

 

gezellig

 

grootsch

 

gevalletje

 
figuren
 

verliest

 

niemand


verleden

 

geheel

 

slaafje

 

Tarrar

 
ontvangen
 

stemming

 

Witten

 

aardig

 
slangetjes
 
beschrijving

Magier

 

centrale

 

machtige

 

bioscoopfilm

 

direkteur

 

tooneeltroep

 

geraken

 
geesten
 

opriep

 

mysterieuse