FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117  
118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   >>   >|  
m aan, dat hij wist wat er onder de menschen werd verteld. De ander wist dat Balbinus een vroom man was, in sommige opzichten zelfs bijgeloovig. En menschen van dien aard schenken licht aan een schuldige die om vergiffenis vraagt, vergeving, al is hun zonde ook nog zoo groot. Met opzet begon hij er dus over te spreken hoe 't met de goudmakerij ging, terwijl hij er over klaagde dat de zaak niet zooveel succes had als hij wel gewoon was of als hij wel wilde. Hij voegde er tevens aan toe dat hij er verwonderd over was, wat er toch eigenlijk aan haperde. Nu wordt Balbinus die anders 't stilzwijgen had willen bewaren, boos--en dat werd hij nog al licht--: "'t Ligt volstrekt niet in het duister wat er in den weg staat: de zonden werken ons tegen en verhinderen dat we een goeden uitslag krijgen bij dat, wat alleen door reinen rein mag worden ter hand genomen." Bij dezen uitval viel de goudmaker op zijn knieen, terwijl hij zich op de borst sloeg. Met tranen op 't gelaat en tranen in zijn stem sprak hij: "Balbinus: 't is alles waarheid wat je daar zegt: 't zijn zonden die een belemmering zijn, maar niet uwe zonden, maar de mijnen. Ik schaam er mij niet voor bij u schuld te belijden, als bij een heilig priester. De zwakheid des vleezes had mij overwonnen, en de Duivel had mij in zijn netten verstrikt. Wee mij, van priester ben ik een overspeler geworden! Maar de gave die wij aan de Heilige Maagd gezonden hebben is toch niet geheel te vergeefs geweest. Ik zou zeker geheel verloren zijn, als Zij mij niet te hulp was gekomen. De door mij bedrogen echtgenoot bonsde al op de deur, en 't venster was te nauw dan dat ik daardoor kon ontsnappen. In dat oogenblik van dreigend gevaar dacht ik aan de Heilige Maagd. Ik viel op mijn knieen, ik smeekte Haar mij te helpen, als onze gave Haar welgevallig was geweest. Na enkele oogenblikken ga ik weer naar 't venster (de nood drong; ik _moest_ wel) en ... ik vond het venster ruim genoeg om mij door te laten."--PHILECOUS: En geloofde Balbinus dat alles?--LALUS: Of hij het geloofde? Ja zelfs schonk hij hem vergiffenis en drukte hem op 't hart dat hij zich vroom moest gedragen en zich niet ondankbaar moest betoonen tegenover de Heilige Maagd. En weer is hem geld uitbetaald, toen hij beloofd had, dat hij voortaan het heilige werk op reine wijze zou volbrengen.--PHILECOUS: Nu, en 't slot?--LALUS: O, 't verhaaltje is nog lang niet uit; maar ik zal 't kort maken. Toen hij met dergelijke verzinsels den man
PREV.   NEXT  
|<   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117  
118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   >>   >|  



Top keywords:

Balbinus

 

venster

 

Heilige

 

zonden

 

geweest

 

geloofde

 

PHILECOUS

 

knieen

 
tranen
 

geheel


priester

 

vergiffenis

 

terwijl

 

menschen

 

gevaar

 

dreigend

 

daardoor

 
oogenblik
 

ontsnappen

 

geworden


overspeler
 

verteld

 

verstrikt

 

gezonden

 

hebben

 

gekomen

 

bedrogen

 

echtgenoot

 

vergeefs

 

verloren


bonsde

 

heilige

 

voortaan

 
beloofd
 

tegenover

 
uitbetaald
 

volbrengen

 

dergelijke

 

verzinsels

 

verhaaltje


betoonen

 
ondankbaar
 
netten
 
oogenblikken
 

enkele

 

helpen

 
welgevallig
 

drukte

 

gedragen

 

schonk