enblik rust gaf.
--Van avond, Sheik, heb ik met Sirius afgedaan. Morgen zal ik den wagen
nemen, zeide de jonkman.
--Dan reeds? vraagde Ilderim.
--Ja, met zulke schrandere dieren is men spoedig zeker van zijne zaak.
Deze hier, Aldebaran, is de vlugste. Antares is de langzaamste. Toch zal
hij winnen; want, Sheik, hij kan den ganschen dag rennen en tegen
zonsondergang zijn grootste snelheid ontwikkelen.
--Dat is zoo, zeide Ilderim.
--Een ding echter vrees ik. In zijne begeerte om de zege te behalen
schroomt een Romein niet de eer te bevlekken. Bij al hunne spelen zijn
zij volleerd in streken en niet het minst bij wedrennen met wagens. Als
zij paarden, menner, of wagen kunnen benadeelen of beschadigen, zullen
zij het niet laten. Daarom, goede Sheik, zie wel toe! Laat, totdat de
wedrennen gehouden zijn, uwe paarden aan geen enkel vreemdeling zien.
Wilt gij volkomen veilig wezen, laat hen dan geen minuut alleen. Volgt
gij mijn raad, dan behoeven wij ons over den uitslag niet te bekommeren.
Bij de deur der tent stegen zij af.
--Uw wens zal geschieden, zoon van Arrius. Niemand zal hen genaken
behalve mijne getrouwen. Dezen nacht zal ik wachten uitzetten. Maar zie
eens hier en help mij met uw Latijn.
Hij gaf den brief en noodigde hem naast zich op den divan. Daar, zeide
hij, lees, en lees overluid. Vertaal het in de taal uwer vaderen. Latijn
is mij een gruwel.
Ben-Hur gevoelde zich zeer opgewekt en begon zonder erg te lezen:
Messala aan Gratus.... Hij hield op. Een bang voorgevoel deed hem koud om
't hart worden. Ilderim merkte zijne ontroering op.
--Hoe nu? Ik wacht.
Ben-Hur verontschuldigde zich en begon opnieuw.
De lezer heeft reeds begrepen, dat een der door Messala afgezonden
koeriers aangehouden was en het duplicaat van den brief aan Gratus zich
thans in handen van Ben-Hur bevond.
Toen hij aan de zinsnede gekomen was, waar Messala het geheugen van
Gratus zocht te hulp te komen, beefde zijne stem. Tot tweemalen zelfs
moest hij ophouden om zijne zelfbeheersching te herwinnen. Met
inspanning van alle krachten las hij verder: Voorts herinner ik u de
wijze maatregelen, die gij genomen hebt, om ons doel te bereiken: het
stilzwijgen en een zekeren maar natuurlijken dood van de betrokken
personen.
Hij kon het niet langer uithouden. De brief viel op den grond en hij
bedekte zijn gelaat met beide handen.
--Zij zijn dood ... dood. Ik alleen ben overgebleven, steunde hij.
De Sheik had hem zwijgend
|