roote hoeveelheid
water kwijt, waardoor de zwelling tijdelijk vermindert. Na verloop van
zekeren tijd vormen zich builen en zweeren, die van zelve schijnen te
zullen opengaan. Vrouwen zijn minder onderhevig aan deze ziekte, die
bij haar zelden verder gaat dan de periode der zwelling. Op sommige
plaatsen heerscht de fefe sterker dan op andere; de inboorlingen
schrijven dit voornamelijk toe aan de hoedanigheid van het drinkwater.
De blanken, die naar de wijze der inlanders leven, worden er ook
zeer dikwijls door aangetast; opmerkelijk is het, dat een reisje van
eenige maanden naar de kust van het vaste land gewoonlijk volledige
genezing aanbrengt; maar als men dan terugkeert, kan men er ook bijna
zeker van zijn, onmiddellijk weer aangetast te worden. Rhumatiek is
zeer algemeen, zelfs bij jonge menschen; maar het klimaat ontneemt
daaraan het gevaarlijke en blijvende karakter; de lijders wrijven
zich als zij pijn gevoelen en gaan dan een bad nemen. Bij bejaarde
menschen wordt de rhumatiek een onafscheidelijke metgezel, die hen
bitter lijden doet. Het klimaat en de levenswijze der inlanders maken
verkoudheid tot eene zeer algemeene kwaal. Daar men er in den regel
geen acht op slaat, gebeurt het dikwijls dat de borst wordt aangedaan:
van daar een aantal teringlijders van iederen leeftijd.
Vroeger, voor de aankomst der protestantsche zendelingen, bestonden
er op Tahiti drie onderscheidene standen of kasten, die scherp van
elkander onderscheiden waren. De eerste was die der arii of vorsten;
de tweede die der raatira, kleine opperhoofden of wel eenvoudige
grondbezitters; de derde omvatte de manahoene of het volk.
De arii waren heilig en met bovennatuurlijke vermogens begaafd;
de spijs, die zij hadden aangeraakt, was taboe, en een doodelijk
vergif voor allen, behalve voor degenen, die ook tot de kaste der
vorsten behoorden. Onder deze arii was er een familiehoofd, waaraan
alle anderen ondergeschikt waren. Dit was dikwijls een kind, en bijna
altijd een jonkman, want zoodra hij een zoon had, werd dit kind het
wettige hoofd, en de vader vervulde van nu aan de rol van regent. Eene
soortgelijke gewoonte heerschte toen in alle familien; en zelfs nog
tegenwoordig heeft deze eigenaardige vereering der kindschheid stand
gehouden, in weerwil van het toenemend zedenbederf, en heeft zij
alleen de aloude voorvaderlijke overleveringen overleefd.
Deze arii waren waarschijnlijk de afstammelingen van de laatste
veroveraars, die deze eila
|