hechtten, en die hij lief had, zoo als de visschers der klippen den
naakten grond liefhebben, die hen heeft zien geboren worden. Omstreeks
denzelfden tijd had Diocletianus, op een mijl afstands van Salona,
aan den oever der zee, de grondslagen doen leggen van het reusachtig
paleis, waar hij zijne laatste levensjaren in stille rust wenschte te
slijten. Na een schitterenden veldtocht in Perzie, vertoonde hij zich
voor het laatst aan de inwoners van Rome, werd daar als overwinnaar
gekroond, en keerde toen naar Nicomedie terug, waar hij plechtig van
de regeering afstand deed.
Het huis, waarin hij zich nu terugtrok, geleek in geen enkel opzicht
de nederige woning van den wijze, wars van het gewoel der wereld en
afkeerig van weelde en pracht: het was een uitgestrekt paleis, nog ten
volle een Keizer waardig, en ruim genoeg om tempels en baden, zalen
voor de lijfwachten en woningen te bevatten voor die gansche schaar
van afhangelingen en clienten, die zich om den gewezen souverein
bleef bewegen.
Het paleis vormt een groot vierkant, aan de vier hoeken van sterke
torens voorzien; de hoofdgevel is naar de Adriatische-zee gekeerd. De
oppervlakte van het geheele gebouw, zonder de aangrenzende tuinen,
beslaat dertigduizend-vijfhonderd el; de open galerij, die op zee
uitzag, had eene lengte van tweehonderd el. Behalve de poort aan
de zeezijde, had het paleis drie hoofdingangen: ten noorden, de
Gouden-poort, die op den weg naar Salona uitkwam: de Bronzen-poort,
die naar Epetium (tegenwoordig Hobrech) voerde; en de IJzeren-poort,
die, volgens den italiaanschen archeoloog Lanza, toegang gaf tot een
park, bepaaldelijk voor de jacht van den Keizer bestemd. Elke dezer
poorten was gevat tusschen twee achthoekige torens. De vierde poort
kwam aan zee uit, en diende voor het in- en ontschepen; zij stond in
verband met uitgestrekte onderaardsche gangen en souterrains, die naar
de verschillende deelen van het paleis voerden en nog heden bestaan.
Van het punt, van waar wij een blik op de stad Spalato in haar geheel
geworpen hebben, is er een geoefend en scherpziend oog noodig, om
het oude gedeelte te herkennen, te midden der groote veranderingen,
die het in den loop der tijden en in verband met de verschillende
behoeften der opvolgende bewoners ondergaan heeft. De stad is in den
letterlijken zin in en tegen het voormalige paleis gebouwd, waarvan
sommige gedeelten nog bijna ongeschonden in wezen zijn, schoon dan
ook geheel van bestemming ver
|