ngenomen, meende het echter aan zijne waardigheid verplicht
te zijn, zijn erfgenaam eene zachte berisping toe te dienen over het
min betamelijke van zijne uitdrukking.
De kerk verlatende, brachten wij eenige uren door met het bezoeken der
winkels en magazijnen, en met eene wandeling door de straten, in den
openbaren tuin en langs de oevers der rivier: maar nergens bespeurden
wij eene armenische vrouw; slechts eens meenden wij, achter een dubbel
raam, een vrouwelijk gelaat te zien, dat een haastigen, vluchtigen
blik op de vreemdelingen wierp; en in den tuin ontdekten wij twee in
lange kleederen gehulde schimmen, die bij onze verschijning haastig
wegvloden. De Armeniers van Szamos-Ujvar zijn niet zoo onhandelbaar
jaloersch als hunne stamgenooten in de vallei van den Araxes; zij
sluiten hunne vrouwen niet als in een kerker op; zij verbieden de
jonge vrouw niet, zelfs met haar broeder en haar vader te spreken,
en zorgen niet voor de stipte naleving van dit verbod, door haar
een doek voor den mond te binden, die elk gesprek onmogelijk maakt;
maar zonder nu juist zoo barbaarsch te zijn, als zij naar aloude
zeden mochten wezen, zijn zij toch zeer streng, en hunne vrouwen
brengen verreweg het grootste gedeelte van haar leven afgezonderd in
het vrouwenvertrek door. Eenige jaren geleden, toen de hongaarsche
gouverneur den grooten weg deed aanleggen, die de vallei van den Szamos
doorsnijdt, hadden de ingenieurs natuurlijk voorgesteld, om dien weg
door de nijvere en handeldrijvende stad Szamos-Ujvar te laten loopen;
maar de armenische kooplieden, die toch zeer goed begrijpen van hoeveel
belang eene goede en gemakkelijke communicatie is, verzetten zich
met hand en tand tegen het hun aangeboden geschenk. Zij meenden dat
de weg de vreemdelingen zou uitlokken en naar de stad voeren, en dat
hunne vrouwen daardoor tot nieuwsgierigheid zouden worden geprikkeld,
van haar huis afkeerig zouden worden, lust zouden gevoelen om te gaan
reizen, om de wereld te zien, en, als de westersche dames, ijdel en
coquet zouden worden. Eindelijk gaf men aan hun verlangen, waarvoor
zij zich zelfs geldelijke opofferingen getroostten, toe, en hunne stad
is thans alleen door een lange populierenlaan en een houten brug over
den Szamos, indirect met den grooten weg verbonden. Zal het hun ook
gelukken, het gevaar af te wenden van den spoorweg, die hun boven
het hoofd hangt; of wel zal het gezicht der lokomotieven en wagons
zoo sterk op hun gemoed als kooplieden
|