FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291  
292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   >>   >|  
j terug, half verstikt door een afschuwelijken stank, een verpesten atmosfeer van slechte sigaren en gemeene spiritualien. De ruime zaal is bijna donker; in een der hoeken brandt een gasvlam. De deuren en vensters zijn met planken betimmerd; de vloer is bezaaid met kurken, gebroken glazen, broodkorsten en afgeknaagde beenderen. De zaal is opgevuld met leegloopers en ambtenaren, voor verreweg het meerendeel negers, allen rookende, babbelende, joelende, doelloos heen en weer loopende en dringende. Hier schreeuwt een katoenplukker, dat hij naar boven wil, om de Kamer aan het werk te zien. Daar tracht een carpet-bagger een zwarten kiezer aan het verstand te brengen, waarom de negers nog niet de door Kellogg toegezegde veertig bunders en een goeden muilezel ontvangen hebben. De trap opgaande, loop ik bijna een kerel tegen het lijf, die al stotterende uitroept: "Dat's hetzelfde! de kleurlingen hebben nu ook hun rechten!" Na vrij lange onderhandelingen met de zwarte policie, die ons als blanken natuurlijk voor spionnen of verraders aanziet, komen wij aan de zaal der Tweede Kamer: een langwerpig, smerig vertrek met een houten vloer. Overal staan spuwbakken, en sommige neger-afgevaardigden zitten op hun gemak te rooken en heen en weer te wiegelen op hun zetels. Er heerscht een bedompte, bedorven lucht. Elk lid heeft een fauteuil, waarop zijn naam met groote letters geschilderd is; maar het schijnt hun niet mogelijk stil te zitten. Zij drentelen rond, staan telkens op, babbelen onder elkander. Vijf of zes leden voeren te gelijker tijd het woord, en betichten elkander luide van leugen en bedrog. "Stilte daar!"--"Mijnheer de Voorzitter!"--"Ga zitten, leelijke neger, en zwijg!" Het is een leven, als op een boerenkermis. Michael Hahn, die deze vergadering presideert, doet ons nevens zijn zetel plaats nemen, on tracht ons eenige opheldering te geven omtrent hetgeen wij zien. "Het verwondert u, dat het geoorloofd is, in de vergadering te rooken? Ja, gij moet weten dat het eigenlijk niet geoorloofd, dat het zelfs verboden is; maar hoe zal ik dat verbod handhaven? Pruimen is niet verboden; en toch is pruimen een nog walgelijker gebruik dan rooken. Reglementen baten niets. Negers willen en zullen pruimen en rooken. --Waarom laat gij hen dan niet rooken in andere kamers? --Dat is gemakkelijk gezegd. Maar laat ik u mogen zeggen, mijnheer, dat het niet gemakkelijk te doen, dat het volstrekt onmogelijk is. --Waarom? --Omdat i
PREV.   NEXT  
|<   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291  
292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   >>   >|  



Top keywords:

rooken

 

zitten

 
hebben
 

negers

 
tracht
 

pruimen

 

verboden

 
Waarom
 

gemakkelijk

 

geoorloofd


elkander

 

vergadering

 

Voorzitter

 
Stilte
 

Mijnheer

 

leugen

 
betichten
 

bedrog

 

slechte

 

presideert


nevens
 

Michael

 
boerenkermis
 
leelijke
 

voeren

 
geschilderd
 

gemeene

 

schijnt

 

mogelijk

 

letters


groote

 

fauteuil

 

waarop

 
sigaren
 

drentelen

 

telkens

 

babbelen

 

gelijker

 

zullen

 

andere


willen

 

Negers

 
verstikt
 

Reglementen

 

kamers

 

volstrekt

 

onmogelijk

 

mijnheer

 

gezegd

 
zeggen