FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322  
323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   >>   >|  
or en in het tegenwoordig oogenblik. In die toekomst is er slechts eene zaak, die hem genoeg ter harte gaat om daarvoor te zorgen: zijne begrafenis. "Wat ons arm maakt, zegt Bill, de bediende in mijn logement, dat is de uitgaaf voor onze begrafenis." Inderdaad zou het geld, dat een neger voor zijne begrafenis uitgeeft, voldoende zijn om zijn gezin voor een paar jaar te onderhouden. "Gisteren is een vriend van mij gestorven, zegt Bill; hij wordt van middag begraven:--eene mooie begrafenis. --Gaat ge hem ook de laatste eer bewijzen? --Neen, Mijnheer; ik behoor niet tot zijn maatschappij. --Wat bedoelt ge? --De begrafenis-maatschappij. Iedere zwarte is lid van twee of drie dezer maatschappijen. Hij moet daar veel voor betalen. Als hij sterft, krijgt hij dan ook eene mooie begrafenis." Op zekeren dag wandelde ik, door Jackson's-Ward (een der wijken van Richmond) naar buiten, om een blik te werpen op de schilderachtige ravijnen en smalle dalen, die de stad omringen en haar eene flauwe gelijkenis met Jeruzalem geven. Wij dalen langs een heuvel af, gaan een stroom over, en beginnen eene andere helling te beklimmen:--plotseling wordt onze aandacht getrokken door een luid gejammer en geklaag. Opziende, bemerk ik dat zich op den heuvel boven ons een kerkhof bevindt, met eenige witgeverfde palen en steenen. Bij den rand der groene glooiing staan eenige negerinnen, die luid weenen en snikken; terwijl een zwarte predikant teksten uitgalmt, en vier of vijf negers bezig zijn met in de aarde te delven. Toen wij den top bereikten, was de plechtigheid reeds geeindigd en het graf weer gesloten; maar terwijl deze stoet zich verwijderde, was reeds een andere in aantocht. Een prachtige lijkwagen met groote glazen portieren; en in dien wagen een kist, zoo rijk versierd, dat die in Engeland voor een hertog of prins zou kunnen dienen; daarachter volgen acht koetsen, elk met twee fraaie zwarte paarden bespannen, en begeleid door een twaalftal personen in uniform, met standaarden en opgerolde banieren. "Wie wordt daar begraven? vraag ik aan een der negers, die staan te kijken. --Mozes Crump. --Wie is Mozes Crump? --Een arbeider. --Een boerenarbeider? --Ja." De paarden trappelen en komen met moeite voort over dien ongelijken grond. Onder luid geschreeuw en gejammer wordt de kist naar het gat--nauwelijks een grafkuil--gedragen, waarin zij nedergelaten zal worden; en hier wordt nu, bij het neigen der banieren en he
PREV.   NEXT  
|<   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309   310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322  
323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   335   336   337   338   339   340   341   342   343   344   345   346   347   >>   >|  



Top keywords:

begrafenis

 

zwarte

 
heuvel
 

begraven

 

negers

 
banieren
 
gejammer
 
paarden
 

terwijl

 

maatschappij


eenige
 

andere

 

aantocht

 
prachtige
 
lijkwagen
 
verwijderde
 
gesloten
 

snikken

 

predikant

 
teksten

uitgalmt

 

weenen

 

negerinnen

 

groene

 

glooiing

 
bereikten
 

plechtigheid

 

geeindigd

 

groote

 

delven


koetsen

 

ongelijken

 
geschreeuw
 

moeite

 

boerenarbeider

 

arbeider

 

trappelen

 
nauwelijks
 

grafkuil

 

neigen


worden

 

gedragen

 

waarin

 

nedergelaten

 

kijken

 
hertog
 
kunnen
 

dienen

 

daarachter

 

Engeland