en de twee zeilen der
sloep geheschen.
Er zijn in het geheel een dozijn menschen aan boord, waaronder
eenige vrouwen en kinderen. Allen zijn even opgewekt en vroolijk;
sommigen rooken of zingen, om den tijd te verdrijven; anderen houden
hunne siesta. De inlandsche sigaren worden op de eenvoudigste
wijze vervaardigd: een op het vuur gedroogd tabaksblad wordt in
een pandanusblad gewikkeld--en de sigaar is gereed. Die de sigaar
aansteekt, doet er twee of drie trekken aan, blaast den rook door
zijn neus uit, en reikt de sigaar vervolgens aan zijn buurman over;
zoo gaat zij van mond tot mond, tot zij geheel opgerookt is.
Zoodra de zeilen geheschen zijn, neemt de eigenaar mijne plaats
aan het roer in. Een uur voor zonsondergang varen wij een ruime
baai binnen, gevormd door het rif, dat, even als bij Tahiti, het
eiland op eenigen afstand als een gordel omgeeft. Wij leggen aan
voor het dorp Afareaitoe: het is bijna verlaten, daar schier al de
inwoners naar Papeete waren gegaan, om bij de begrafenis der prinses
met den onuitsprekelijken naam tegenwoordig te zijn. De vader van
onzen drinkebroer, die te Papeete is achtergebleven, neemt, bij de
afwezigheid van zijn zoon, de functien van opperhoofd waar; hij komt
ons plechtstatig begroeten en welkom heeten. Onze bagage wordt naar
de woning van het opperhoofd gebracht, waar de ambtenaren der kolonie
het recht hebben, hun intrek te nemen.
Het uur voor het middagmaal, waarnaar wij zeer verlangden, was
daar. Hetgeen het opperhoofd ons had aan te bieden, was voor
europeesche magen van niet veel beteekenis. Echter gelukte het
ons, eenige versch gevangen visch te koopen; gevogelte was er in
het dorp in overvloed. Wij kochten een jongen haan, die verschrikt
wegvluchtte toen men hem wilde pakken: ik joeg hem een kogel na, die
hem neervelde. Terwijl de heer B.... en de secretaris der commissie
zich onledig houden met het bereiden van onzen maaltijd, en de heer
E.... aan den mutoi van het distrikt de noodige bevelen geeft om de
hier gevestigde Europeanen van de komst der commissie te verwittigen,
ga ik het dorp eens bekijken, hetgeen niet veel tijd vordert.
Een beek, die ten oosten langs het dorp vloeit, biedt eene uitmuntende
gelegenheid aan om een bad te nemen. De oevers zijn geheel bezet
met zwaar geboomte, waarvan de overhangende takken boven het heldere
murmelende water een dicht gewelf vormen, waardoor de zonnestralen
zich niet dan met moeite een weg kunnen banen. Bijna al die
|