rk
geweest. Van nature is de neger afkeerig van iederen arbeid; luieren en
soezen is zijne geliefkoosde bezigheid. In plaats van de straat aan te
vegen, heeft Sam zich te midden van den rommel neergezet. Hij speelt
met den steel van zijn bezem, laat zijn hoofd op zijn hand rusten,
en verliest zich al spoedig in het land der droomen. Hij voelt er
niet de minste behoefte aan, dat iemand hem voorthelpe en den weg
wijze, dien hij in het leven volgen moet. Hij verlangt eenvoudig,
dat men hem met rust zal laten, opdat hij zijn oogen kunne sluiten,
en zich bakeren in den zonnegloed.--Dit is de prozaische voorstelling
der nuchtere werkelijkheid.
"Ge zult de meesten van onze nationale pupillen wel in slaap
vinden, juist als Sam," zegt lachende een mijner vrienden. Langs
de James-rivier ontmoet men echter enkele exemplaren eener soort
van negers, die door eigen arbeid zich eene positie hebben weten te
verwerven. Men verhaalt mij van kleurlingen, die, de steden met al
haar ongerechtigheden verlatende, zich op het land gevestigd hebben,
die na harden arbeid kapitaal zijn begonnen op te leggen en voor hunne
spaarpenningen boerderijen hebben gekocht. Vele negers zijn op die
wijze kleine grondbezitters geworden, en leggen zich vooral toe op de
winstgevende tabakskultuur. Deze kleurlingen zenden hunne kinderen
naar school. Mulatten hebben aan amerikaansche universiteiten een
akademischen graad verworven, en zich eene wetenschappelijke loopbaan
gekozen, waartoe de weg hun open staat, ook in Virginie.
Doch, met hoeveel blijdschap men ook dergelijke verschijnselen moge
begroeten, zij zijn en blijven zeldzame uitzonderingen. In den regel
is de neger landbouwer van beroep, en tracht hij ook naar niets
hoogers--tenzij de hartstocht der politiek zich van hem meester
make. Hij heeft geen prikkel, die hem tot iets anders drijft. Is
hij geen huisbediende, dan is hij boerenarbeider. In beide gevallen
verdient hij met zijn arbeid een vijfde van hetgeen een blanke met
denzelfden arbeid verdient; maar zijn voedsel is goedkoop, zoodat hij
van de opbrengst van zijn ruwen en onzekeren arbeid gemakkelijk leven
kan. Hij kent de waarde van een dollar, die eene zekere hoeveelheid
druiven en spek, bonen, whisky en tabak vertegenwoordigt; maar hij
heeft geen besef van de waarde van een tweeden en derden dollar,
omdat hij niets anders kan doen dan den ganschen dag door eten,
drinken, pruimen en rooken. Morgen is de toekomst, en de neger leeft
alleen vo
|