nlucht vrijen toegang laten.
De Tahitianen zijn groote liefhebbers van chinaas-appelen; van het
sap vervaardigen zij een soort van geestrijken drank (ava anani),
door de Europeanen oranjewijn genoemd. Uithoofde van de grove
buitensporigheden van allerlei aard, waartoe het gebruik van dezen
drank hetzij aanleiding gaf, hetzij een voorwendsel leverde, heeft de
fransche regeering de bereiding daarvan ten strengste verboden. Toch
geschiedt dit nog in stilte, op een eenzame plek in het gebergte
of in eene verborgen vallei. Twee of drie dagen voor den voor de
bijeenkomst bepaalden tijd, begeven zich eenige inboorlingen in het
geheim naar de afgesproken plaats, ten einde den bedwelmenden drank te
bereiden. Zoodra het oogenblik gekomen is, begeven de mannen en vrouwen
zich een voor een, om geen achterdocht te wekken, naar de plaats der
bijeenkomst, zoo veel immer mogelijk langs onbekende paden, om aan het
wakend oog der mutoi (policie-beambten) te ontsnappen. Maar, ondanks al
deze voorzorgen, komen dezen er toch meestal achter, dat er zulk eene
vergadering gehouden wordt. Op het onverwachtst vertoonen zij zich te
midden der feestvierende menigte, en hunne komst maakt een einde aan
de woeste uitspattingen en toomelooze liederlijkheid, waartoe het
overmatig gebruik van dezen drank schijnt te leiden. Voor de meesten
eindigt de pret dan in de gevangenis (fare aoeri, ijzeren huis.)
De flora van het eiland, hoewel rijk en weelderig, biedt toch weinig
afwisseling. Onder de echte inlandsche boomen komt vooral eene plaats
toe aan den tamanoe en aan den miro of rozenhoutboom, beiden hard en
schoon van vorm; voorts aan den tiairi, het zoogenoemde ijzerhout,
den sandelboom, en met name den poerau die tot zoo velerlei doeleinden
gebruikt wordt. De broodboom, de taro en de kokospalm verschaffen
den inboorling een zeer belangrijk deel zijner voeding: bovendien is
de laatste, door de olie, die hij levert, voor al de eilanden van
Polynesie, uit een commercieel oogpunt, van overwegende waarde. De
sandelboom is op Tahiti vrij zeldzaam, en mist hier ook bijna geheel
zijn welriekenden geur. Het poeder, dat van dit hout vervaardigd wordt,
wordt door de vrouwen veel gebruikt om monoi te maken. De oranje en
vele tropische gewassen, zoo als de ananas, de mango, enz. zijn van
elders ingevoerd en thans inheemsch geworden. De kolonisten verbouwen
met zeer goeden uitslag koffie, tabak, vanille, suikerriet en katoen.
De duizendpoot en de schorpioen zi
|