ain een sterken indruk gemaakt. Het
is gebleken, dat, ter bereiking van het beoogde doel, samenwerking met
de negers bepaald de voorkeur verdient boven openbaren strijd tegen
hen. Dit heeft gewerkt: Chamberlain verandert van taktiek; want hij
weet zeer goed, dat hij met de nieuwe Kamer nimmer te Columbia zou
kunnen verrichten, wat Kellogg te Nieuw-Orleans poogt te doen.
Er is juist onlangs iets voorgevallen, dat zijne oprechtheid op
de proef heeft gesteld. Sedert verscheidene maanden kwamen er bij
hem voortdurend klachten in over verregaande wanordelijkheden in
Edgefield-county. Dit graafschap wordt bespoeld door de Savannah, en
grenst aan Lincoln-county in Georgie; de zwarte bevolking heeft hier
verreweg de meerderheid. De milicie bestaat uit negers, de generaal
en de officieren van zijn staf zijn negers; de sheriff, de rechter en
andere ambtenaren zijn mede allen negers. De blanke bewoners worden
als verwonnelingen behandeld. Als een blanke in verzet komt tegen
eene of andere beleediging, dan wordt aanstonds de zwarte milicie
onder de wapenen geroepen. "Gij moogt de milicie van den staat niet
oproepen, zeggen de burgers: dat is in strijd met de constitutie;"
maar wat weten de neger-kapiteins en kolonels in Edgefield-county
van de constitutie? Ontstaat er twist tusschen een zwarte en een
blanke, dadelijk roept de neger-kapitein zijn kompagnie op, en het
komt onvermijdelijk tot eene bloedige botsing. Twee jaar geleden,
weigerde gouverneur Chamberlain tusschenbeiden te komen. Met zijn
zoetsappigsten glimlach vertelde hij aan dengeen, die zijne bescherming
inriep, dat men veel beweging maakte over niets; zijn secretaris,
openhartiger van aard, kwam er rond voor uit, dat de oude tyrannen
hun verdiende loon ontvingen.
Maar de gouverneur luistert nu naar rede; en daar op nieuw klachten
uit het graafschap inkwamen, heeft hij een republikeinsch magistraat,
den rechter Mackey, gezonden, om een onderzoek in te stellen en
middelen tot herstel aan te wijzen. Mackey is juist onlangs van
zijne zending teruggekeerd, en heeft verslag uitgebracht. Hij zegt
daarin, dat, in openbaren strijd met een artikel der constitutie van
den staat, de zwarte officieren in het graafschap Edgefield de vaste
gewoonte hadden om hunne kompagnien onder de wapenen te roepen en aan
straatrumoeren en vechtpartijen deel te nemen. Hij wijt de schuld van
bijna alle wanordelijkheden aan het wanbestuur en de schromelijke
misbruiken der negers; en verklaart da
|