plachten ook in Carolina de rechters voor
hun leven benoemd te worden, en even als in het moederland,
werden zij ook hier niet dan in zeldzame gevallen van hun ambt
ontzet; maar dit conservatieve stelsel is onder de heerschappij der
Reconstruction-Act ter zijde gezet. Een rechter wordt nu slechts voor
vier jaren aangesteld, en maar zeldzaam herbenoemd. Zijn mandaat
duurt kort, en hij moet dus zorgen er zooveel mogelijk profijt van
te trekken. Sommige rechters--naar mij van bevoegde zijde verzekerd
wordt,--drijven handel in katoen, rijst en andere artikelen, en
verschijnen niet zelden als partij in rechtsgedingen. Een domme neger,
door de stemmen van partijgangers op den rechterstoel geplaatst,
staat aan velerlei verzoekingen bloot!
Een neger kan maar niet begrijpen, dat er voor het bekleeden van een
ambt zekere voorbereiding, om niet te zeggen een natuurlijke aanleg,
noodig is. Een ambt is voor hem niets anders dan een vrijbrief om naar
hartelust te kunnen rooken, stil te zitten, onbeschofte antwoorden
te mogen geven, en vooral een goed salaris te ontvangen. Het ambt
is om den mensch, en niet de mensch om het ambt. Als gij een neger
vraagt wat hij begeert, zal hij u antwoorden: "eene betrekking";
terwijl het hem verder tamelijk onverschillig is of ge hem rechter
dan wel cipier maakt.
Eenige weken geleden ontmoette ik te Philadelphia een kleurling,
Henry Griffin genaamd, vijf-en-dertig jaren oud en portier van zijn
beroep. Dit scheen hem niet langer te bevallen; hij wilde hooger
op. Zijn buren en kameraden ontvingen hun aandeel van den algemeenen
buit: waarom hij ook niet? Daarom had hij zich, tot groot vermaak
van zijn patroons, kandidaat voor de Kamer gesteld in het zevende
arrondissement van Philadelphia.
"Tot welke politieke partij behoort gij? vroeg ik den kandidaat.
--Ik ben republikein, Mijnheer.
--Republikein! Maar dan stelt gij u tegenover Bardsley en Patterson,
mannen van uw eigen partij, en geeft daardoor aan uw tegenpartij,
de demokraten, een kans op de overwinning.
--Dat mag zijn; maar wij willen ook ons deel hebben, en de
republikeinen bedriegen ons op allerlei manier.
--Zoo? Ik dacht dat zij u de vrijheid geschonken en voor u tegen
hunne broeders in het Zuiden gevochten hadden?
--Ja, dat is al lang geleden. Dat is dood en begraven. Ik spreek van
nu. Wij, kleurlingen, stemmen voor de republikeinsche lijst. Maar als
zij, door onze stemmen, het winnen, dan geven zij ons toch niets. Wij
heb
|