tzaam overleg
weerhouden van een aanval op den man, die hen roovers en vagebonden
durft noemen, en die alleen op een enkel woord wacht om hen aan de
galg te brengen! Met wat koude en verachtende hoogheid gaan deze
aristokratische heeren langs den pilaar, waartegen Sheridan leunt!
"Vreest gij niet voor ongelukken? vraag ik aan generaal Penn.
--Niet bepaald, antwoordt hij. Men heeft ons het vuur na aan de
scheenen gelegd, maar wij kunnen, zoo noodig, veel verdragen.
--Maar ik geloof dat velen van deze heeren gewapend zijn; en een of
andere opgewonden dweeper zou, door drift vervoerd, lichtelijk tot
eene algemeene uitbarsting aanleiding kunnen geven.
--Dat is zeker mogelijk; maar de Bond staat onder vaste leiding. Geen
enkel lid draagt een wapen, zelfs geen zakmes, bij zich. Wij zijn sterk
genoeg, om het zonder messen en pistolen af te doen. Komt het tot een
strijd, dan zullen wij ons gedragen als soldaten, en niet als negers of
Kickapoos. Maar het zal zoover niet komen--de President treedt terug."
Het geruisch der stemmen rijst en daalt onder den hoogen koepel,
als de eb en vloed der zee op het strand. Nu stijgt het zoo hoog,
dat het de militaire muziek daar buiten bijna geheel overstemt;
dan weer verdooft het geheel, en de stilte is zoo volkomen, dat
men het getik van de telegraafnaald duidelijk hoort. Eensklaps laat
zich een tromgeroffel hooren. Aller oogen keeren zich naar de klok,
als ware de wijzerplaat een aangezicht, waarop de geheimen van het
kabinet van den President te lezen staan. Aller ooren zijn gewend
naar den telegrafist, als school in zijn toestel een verborgen geest,
die de mysterien van het Kapitool ontsluieren kon. De berichten volgen
elkander onafgebroken op, zoodat de beambten nauwelijks tijd hebben,
ze te lezen: aldus vernemen wij, hier in de Rotonde, wat ten onzen
behoeve wordt gezegd en gedaan, niet alleen te Charleston en Richmond,
maar ook te New-York en te Saint-Louis, even spoedig als dit in de
Broadway bekend wordt. Wij staan in rechtstreeksche verbinding met
het Kapitool, zoodat wij kennis dragen van hetgeen daar voorvalt,
nog eer de bewoners van Washington dit vernemen.
Wij hooren dat de President zeer verlegen is en elk oogenblik van
besluit verandert. Gisteren was hij vast als een rots; heden morgen
is hij kneedbaar als deeg. Hartstochtelijk en koppig van aard, wil
hij zijn land regeeren op dezelfde wijze als hij zijn kamp regeerde,
en het verbaast en verbijstert hem dat zijn l
|