tspost bekleedde, vond hij zich den weg gebaand tot het
publieke leven. Zijne verheffing ging wonderlijk snel: bijna zonder
overgang verwisselde hij het zitbankje der pakkedragers met den zetel
van luitenant-gouverneur. Vroeger de knecht der klerken van de douane,
is hij tegenwoordig de meester der senatoren. Sedert de Khalief zijn
sloffendrager tot pasja verhief, is het niet gezien dat een man van
zijn stand tot zoo hooge betrekking geroepen werd. Wel mag hij de
fortuin zegenen, want zonder haar zou hij het door eigen verdienste
nooit verder dan zijn eigenlijk beroep hebben gebracht.
Deze zwarte Caesar in Nieuw-Orleans is wel zoo goed mij te doen
gevoelen, dat hij het eens is met den blanken Caesar in Washington. Op
zijn pruim tabak kauwende en het vuile vocht in een grooten bak
spuwende, verzekert hij ons, "dat hij nooit zoo iets beleefd heeft
als die zaak van Wiltz"; en ook "dat de kleurlingen in Louisiana er
niets tegen hebben, dat generaal Grant voor de derde, of als hij zulks
verkiest, zelfs voor de zesde maal herkozen wordt." Twee Caesars in
hetzelfde schuitje!
Terwijl wij met Antoine naar het kabinet van Kellogg gaan, komen wij
Pinch tegen. Deze neger is boven de wolken, want de zwarte senatoren
hebben hem zoo even nogmaals tot senator voor Louisiana benoemd,
en Antoine heeft zijne geloofsbrieven medegebracht, die door den
gouverneur geteekend en gezegeld moeten worden. Uitgedost met een
reusachtig papieren halsboord, zijn kroeze hairen glimmende van
pomade, onophoudelijk glimlachende en gezichten trekkende, staat
Pinch voortdurend te buigen en te knikken. Hij is zoo bespottelijk
en zoo jammerlijk, dat ge geneigd zoudt zijn, hem een fooitje in de
hand te stoppen. Kellogg sehijnt den kerel te verachten, maar hij kan
zijne onderteekening en zijn zegel niet weigeren. Wie zal zeggen,
wat er inmiddels in zijn ziel omgaat? Pinch verliest hem niet uit
het oog, kauwt zenuwachtig op zijn pruim, en spuwt onophoudelijk
tegen de wanden en op het vloerkleed. Het is in waarheid een hoog
komisch tooneel. Zoodra de papieren geteekend en gezegeld zijn, pakt
Pinch ze bijeen, steekt een versche pruim in zijn mond, en gaat met
Antoine gearmd de kamer uit, om zich daarbuiten door zijn kameraden
te laten bewonderen.
"Het is een klucht, zegt de gouverneur Kellogg.--Pinchback is
nu evenmin senator als vroeger. Hij wordt beet genomen, maar die
kleurlingen zijn kinderen, die men zoet moet houden. Zoodra hij te
Washington komt, zul
|