t vereischte meerderheid bezitten. Maar wij geven
onszelven den naam van bijeenkomst, en niet van vergadering, want zelfs
in woorden willen wij strikt binnen de palen der wettigheid blijven."
Terwijl Kidd de conservatieven aanspoort om eene meer besliste houding
aan te nemen, wordt er een telegram naar Washington gezonden, om het
advies in te winnen van den senator Thurman. Thurman is een van de
hoofden der demokratische partij, die in het Congres zitting heeft
voor Ohio, en die bij de conservatieven van het Zuiden in hoog aanzien
staat. "Hebt geduld!" is het wijze antwoord.
"Onze politiek is geduld, zegt de voorzitter; wij moeten ons bepalen
tot afwachten. De tijd zal ons recht doen wedervaren. Het kunstje
met de veertig bunders en den muilezel kan niet voor de tweede
maal vertoond worden. Dergelijke middelen duren maar voor een
tijd. Wij kunnen wachten. Gewisselijk lijden wij door dit uitstel;
maar door geweld zouden wij nog meer lijden. De heeren op deze
banken zijn of zelven eigenaars, of vertegenwoordigen de eigenaars,
van bijna alle magazijnen, schepen, pakhuizen, banken en hotels van
Nieuw-Orleans. Meent gij dat zij eenig belang hebben bij wanorde en
straatrumoer? Als er een glasruit wordt stuk geslagen, moeten wij de
kosten betalen. De scalawags hebben niets te verliezen dan hunne huid,
en zij dragen wel zorg, die niet bloot te stellen. Wat geven Kellogg
en Packard, Antoine en Pinchback er om, of de nationale rijkdom toe-
dan wel afneemt? Voor ons hangt alles af van de handhaving van vrede
en orde. Onze broeders in de steden van het Noorden begrijpen dit
nog niet, maar de loop der gebeurtenissen zal hun wel spoedig de
oogen openen."
Generaal Warmoth, die nog altijd beweert de eenige wettige gouverneur
van Nieuw-Orleans te zijn, en aan wien wij vervolgens een bezoek
gaan brengen, is een type van die talrijke klasse van burgers, die
zich noch om blanken, noch om zwarten bekommeren, zoolang zij hun
handel kunnen drijven en hun winkel niet stil staat. Deze lieden
wenschen in vrede te leven, hun dagelijksch brood te verdienen,
en hunne woning ongestoord te bezitten. Zij bemoeien zich niet met
theorien over rassen: in hun oog zijn allen, die iets bij hen wenschen
te koopen, broeders. De dollar van een neger heeft voor hen juist
dezelfde waarde als de dollar van een blanke, in ruil voor een paar
schoenen of whisky. Wat heeft een koopman te maken met dat gehaspel
over gelijkheid van rechten? Als zij hun huur en be
|