d mede
aan zijn ouden vriend, den senator Jewell, met verzoek een artikel
in dien geest op te nemen in het door hem uitgegeven dagblad: The
Commercial Bulletin. Jewell weigert de opneming. "Dan zal ik het
elders beproeven," zegt Warmoth. "Zoo ge dat artikel laat drukken,
roept Jewell, dan zijt ge een verloren man."
Warmoth laat toch het artikel drukken; en zijn verzoenend voorstel
wordt, als eene billijke oplossing van het lastige geschil, aangenomen
door de twee conservatieve leiders: Mac-Enery en Wiltz. Den volgenden
morgen verschijnt er in Jewell's krant een hoofdartikel, waarin Warmoth
wordt uitgemaakt voor "Lazarus, door Satan uit de dooden opgewekt;"
voor "een vermetel, slecht mensch, uitvinder en voorstander van alle
misbruiken;" voor een "stamgenoot van de ratelslang;" voor een man
"van infame reputatie."--Warmoth verdedigt zich hierop, door Jewell
te beschuldigen van "leugen, schaamtelooze leugen." Hij voegt daarbij
dat Jewell's kwaadaardigheid voortspruit uit zijne weigering om den
senator te begunstigen met het openbaar maken der officieele berichten
van het gouvernement!
Daarop zendt Jewell iemand naar het huis van Warmoth, in de straat
Saint-Louis, om te vernemen of hij duelleeren wil. Warmoth antwoordt
dat hij niet kan duelleeren met iemand als Jewell. Zoodra de senator
dit bescheid verneemt, zendt hij aan Warmoth eene uitdaging, die tot
zijne groote verbazing wordt aangenomen.
Wat nu volgt werpt een eigenaardig licht op de amerikaansche
toestanden. Daniel C. Byerley, gewezen luitenant in het leger
der geconfedereerden en mededeelgenoot van Jewell's drukkerij,
trekt zich persoonlijk de zaak met Warmoth aan. Hoewel hij zijn
linkerarm heeft verloren, is hij een man van groote lichaamskracht
en vaardigheid. Hij loert op Warmoth en volgt hem in de Kanaalstraat,
waar hij hem onverwachts aanvalt en met een stok twee hevige slagen op
het hoofd toebrengt. Half bedwelmd, wankelt Warmoth eenige schreden
terug; Byerley werpt zich op hem: zij grijpen elkander aan en vallen
op den grond. Vechtende en worstelende rollen de beide mannen over het
voetpad: Byerley houdt niet op met Warmoth op het hoofd te slaan; maar
Warmoth, die zijn mes heeft kunnen trekken, steekt dat zijn vijand
in de zijde. Eindelijk worden de vechtenden door de toeschietende
menigte gescheiden. Byerley, zijn rotting zwaaiende, gaat heen,
leunende op den arm van twee vrienden, die hem naar een naburig
hospitaal brengen. Warmoth geeft zijn mes o
|