FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273  
274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   >>   >|  
iet de opzichter ons langs een kleinen trap opklimmen, even als de anderen in het zout uitgehouwen. Weldra deed een zonnestraal het schitterend kristal der wanden als diamanten flonkeren; de gids lichtte een luik op, opende toen de deur van een schuur: wij stonden in de open lucht. Het landschap om ons heen geleek sprekend op dat der woestijnen van Afrika. Dijken van grijsachtige klei beletten ons het uitzicht op de vlakte en de bergen; klippen van onzuiver zout verhieven naast ons haar roodachtige, blauwe en groene naalden en spitsen, aldus gekleurd door de vreemde bestanddeelen in het zout opgenomen; enkele schrale planten, zooals men ook langs de stranden der zee vindt, toonden in de spleten hare bleek blauwe stengels en bladeren; een schitterend spoor van helder zout wees de bedding aan van eene nu waterlooze beek; in de holten en kloven stonden plassen van zout water, omzoomd door sneeuwwitte randen. Dit waren voormalige, nu ingestorte putten. De naakte, blanke, metaalachtige bodem kaatste het licht en de hitte der blakerende en brandende zon terug: het was hier niet om uit te houden. (Wordt vervolgd.) Blanken en kleurlingen. (Vervolg van bladz. 72). XIX. De staatsgreep. Bij het aanbreken van den dag, terwijl de neger-afgevaardigden zich nog geeuwend op hunne met koortsmos gevulde matrassen rondwentelen en voortdurend om meer whisky schreeuwen, vult zich de Koningsstraat met soldaten, die de voetpaden bezetten en hunne geweren op den rijweg in rust zetten. Wat heeft dit te beduiden? De gansche stad schijnt reeds ontwaakt en op de been. De voetpaden wemelen van burgers zoowel als van soldaten, en bijtende spotternijen, krenkende woorden worden van beide zijden gewisseld. De mariniers naderen van de zijde der kaaien; nabij het Tolkantoor is de kavalerie opgesteld. Twee kanonnen staan bij het havenhoofd, een derde beschermt den toegang tot het Statenhuis. Emory, met het opperbevel belast, blijft in het Arsenaal, gereed daar heen te gaan, waar zijne tegenwoordigheid vereischt wordt. Zijn luitenant, De Trobriand, na zijne troepen in de straat Saint-Louis te hebben opgesteld, met hun rechtervleugel geleund tegen de gesloten poorten van het Kapitool, en de linker zich uitstrekkende naar de rivier, bezet met een deel zijner brigade de Koningsstraat. Tweeduizend federale soldaten zijn onder de wapenen. Met uitzondering van de ordonnans-officieren, die nu en dan naar het hotel rijden waar Sheridan nog al
PREV.   NEXT  
|<   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273  
274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   >>   >|  



Top keywords:

soldaten

 

stonden

 
voetpaden
 

Koningsstraat

 
opgesteld
 

blauwe

 

schitterend

 
schijnt
 

ontwaakt

 

wemelen


gansche

 

wapenen

 

beduiden

 
burgers
 

bijtende

 

zijden

 
gewisseld
 

mariniers

 

naderen

 

worden


spotternijen
 

krenkende

 
woorden
 
zoowel
 

gevulde

 
koortsmos
 

matrassen

 

rondwentelen

 

voortdurend

 

rijden


afgevaardigden

 

Sheridan

 

geeuwend

 
bezetten
 

geweren

 

rijweg

 

uitzondering

 

ordonnans

 

whisky

 

schreeuwen


officieren

 

zetten

 
kaaien
 

troepen

 

straat

 

Trobriand

 

luitenant

 

vereischt

 

tegenwoordigheid

 
brigade