werken, dat zij ter wille van
het handelsbelang, ditmaal alle andere bezwaren ter zij zullen zetten?
Wat hiervan zij, waarschijnlijk zullen de Armeniers eerlang ophouden
eene afzonderlijke groep te vormen te midden der verschillende
volksstammen van Zevenbergen. Het aantal hunner gezinnen is gering,
vooral in vergelijking met de Rumeniers; bovendien slinken hunne
kolonien door eene aanhoudende verhuizing naar Pesth, Weenen en andere
groote steden van het Westen; en zij die blijven, hoewel nog dikwijls
kenbaar aan hun zwaren, zwarten hairdos, aan hunne langwerpige oogen,
hun bruine tint en hunne dikke lippen, nemen toch langzamerhand
den magyaarschen type aan; zij hebben hunne eigene taal vergeten,
zij wijzigen hunne oude zeden en gebruiken, en hunne geschiedenis
lost zich op in die der Hongaren, die deze ballingen gastvrij in
hun midden hebben ontvangen. Op onze wandeling ontmoetten wij een
merkwaardig exemplaar van zulk een gemagyariseerden Armenier. Een
heer van een hoogst gedistingeerd voorkomen kwam met een beleefden
glimlach naar ons toe, en richtte eenige vriendelijke woorden tot
ons. Deze man was niet wel bij het hoofd en verbeeldde zich een zeer
gewichtig personage te zijn; maar in plaats van zich nu uit te geven
voor den mythischen Haik, den goddelijken Sint-Gregorius of een ander
groot man uit de armenische geschiedenis, had hij zich in het hoofd
gezet dat hij Koning Matthias was, een der helden van Hongarije.
Zoo wij de eer haddon, een minzamen groet te ontvangen van "Koning
Matthias", kwam het daarentegen niet in ons op, ons te laten
voorstellen aan de meest bekende grootheid van de geheele provincie,
aan den beroemden Rosza Sandor, wiens naam heeft gezweefd op alle
hongaarsche lippen. Hij was de stoutmoedigste, de vermetelste betyar,
roover, die ooit de harten der bewoners van de Puszta met angst en
schrik heeft vervuld. Niemand kon zonder siddering zijn naam hooren
uitspreken, maar tegelijk voelde men zich gestreeld dat een man van zoo
onversaagden moed in Hongarije het levenslicht had aanschouwd. Toen
de onafhankelijkheidsoorlog uitbrak, liet hij zijn rooversbedrijf
varen, om als krijgsoverste op te treden; weldra won hij zich een
schitterenden naam: Petoefi dichtte liederen te zijner eere, en in
alle legerkampen werd luid de lof van den betyar gezongen. Indien
hij het geluk had gehad, op het veld van eer te sneuvelen, dan
zou de legende hem tot den rang van een der nationale helden hebben
verheven: h
|