aartsbisschop geweest. Kort daarna werd het lichaam
van Sint-Doimo (Domnius) van Salona overgebracht naar de nieuwe
kathedraal, aan dien heilige gewijd, die, volgens de overlevering,
door den Apostel Petrus zelven als bisschop naar Dalmatie was gezonden,
en onder de regeering van Trajanus, ten jare 107, te Salona was ter
dood gebracht.
De achthoekige tempel stond oorspronkelijk op eene binnenplaats, aan
de zijde van het plein afgesloten door eene portiek van zes kolommen,
die nog in stand zijn gebleven, en door zijmuren, waarvan mede nog een
gedeelte overig is. Als men de buitenste portiek was doorgegaan, kwam
men aan eene tweede portiek van vier kolommen, die den toegang tot het
gebouw zelf vormde en eenige treden boven den grond verheven was. Het
geheele achthoekige gebouw was verder omgeven door eene omloopende
portiek van vier-en-twintig kolommen, deels van oostersch graniet,
deels van marmer, en allen bekroond met standbeelden, die tegenwoordig
verdwenen zijn. De portiek voor den tempel is eveneens verdwenen
en vervangen door stevig metselwerk, waarop de campanile rust, en
waarbij een aantal antieke zuilen als bouwmateriaal gebezigd zijn.
De omgang om den tempel bestaat nog, met de portiek, die hier en
daar is toegemetseld, en alleen aan de zijde achter het hoogaltaar is
vernield. Alleen aan den rechterkant is de doorgang nog vrij; tusschen
de portiek en den eigenlijken tempel, in de muren en tusschen de
kolommen, ziet men eene menigte antieke graven, grafzerken en tomben
van historische personen. Boven den ingang van den tempel bevond
zich weleer de sarkophaag van de Prinsessen Margaretha en Catharina,
dochters van Bela IV, Koning van Hongarije, ten jare 1241 overleden
in de vesting Clissa, waar haar vader de wijk had moeten nemen voor
de Tartaren. Haar stoffelijk overschot werd naar Spalato gebracht,
en overeenkomstig een gebruik dier tijden, in een sarkophaag boven
de poort van den Dom geplaatst. In de maand Mei van het jaar 1818
is dit monument verdwenen, men weet niet recht hoe; de ledige plaats
getuigt nog van den gepleegden roof.
Het inwendige van den tempel maakt een grootschen indruk. De
christelijke eeredienst heeft in geen enkel opzicht aan de majesteit
van den antieken tempel afbreuk gedaan. Het gebouw, dat uitwendig de
gedaante van een achthoek heeft, is van binnen cirkelvormig; wij staan
in eene ledige ruimte, van dertien el in doorsnede en een-en-twintig
el hoogte, gedekt door een koepel. Acht
|