FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251  
252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   >>   >|  
orstoomen naar Kolosvar (Klausenburg). Hier zette ik voor het eerst, niet zonder aandoening den voet in een land, door Rumeniers bewoond. De innige sympathie, die ik voor dit geheimzinnige volk gevoel, deed mijn hart sneller kloppen. Ik vroeg mij-zelven af, van waar die aandoening? Is het omdat de rumeensche natie ongelukkig is geweest, en vele eeuwen lang heeft gezucht onder het juk der dienstbaarheid en het brood der verdrukking gegeten? Is het omdat hare taal denzelfden oorsprong heeft als de latijnsche talen der westersche volken, en is het de stem des bloeds, het instinkt der familie, dat onbewust in mij spreekt? Ongetwijfeld werkten deze beide oorzaken samen; bovendien overviel mij ook die geheimzinnige aandoening, welke ieder aangrijpt, die voor het eerst eene vreemde wereld betreedt. Een jonkman gaat ons voorbij. Zijn kleine stroohoed met omgeslagen randen staat coquet op zijne bruine golvende lokken; hij draagt een overjas van witte wollen stof en een breeden gordel van geborduurd leder. Hij ziet mij even aan. "Roumoun? vroeg ik. --Roumoun," antwoordde hij. En wij groetten elkander. De ontmoeting was zeer vluchtig, en toch was er meer tusschen ons voorgevallen, dan in die twee gewisselde woorden lag opgesloten. Ongetwijfeld zal hij zich zelven hebben afgevraagd, waarom ik, een vreemdeling, hem zoo vriendelijk toesprak: en ik dacht weder aan zijn arm, overwonnen en veracht ras, aan al de rampen en beproevingen, die het wellicht nog in de toekomst wachten. Zonderling toch is het lot der Rumeniers in Zevenbergen. Zij vormen de groote meerderheid der bevolking, en toch zijn zij verstoken van alle staatkundige rechten; zij hebben zelfs geen officieel bestaan, en hun land is verdeeld tusschen de drie officieel erkende natien: Hongaren, Szeklers en Saksers. Nauwelijks was ik het dorp ingetreden, of een joodsche herbergier kwam, al buigende en glimlachende, op mij af. Hoe kon ik ontkomen aan een man, die mij met zoo uitgezochte beleefdheid behandelde? Hij vroeg met zooveel belangstelling naar mijne gezondheid, bleef zoo getrouw mij ter zijde, putte zich zoo zeer uit in allerlei vriendelijkheid en toonde zich zoo vaardig om aan al mijne wenschen te gemoet te komen en mij aangenaam te zijn! Mijne zeer korte antwoorden schrikten hem in 't minst niet af. Terwijl ik het middagmaal gebruikte, dat hij in aller ijl had laten gereed maken, trachtte hij mij met een vloed van woorden aan het verstand te brengen, dat i
PREV.   NEXT  
|<   227   228   229   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251  
252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   >>   >|  



Top keywords:

aandoening

 

zelven

 

Ongetwijfeld

 

officieel

 

hebben

 

Roumoun

 
tusschen
 
Rumeniers
 

geheimzinnige

 

woorden


meerderheid

 

bevolking

 

bestaan

 

verdeeld

 

vormen

 

groote

 

staatkundige

 

rechten

 

opgesloten

 
verstoken

Zonderling

 

vriendelijk

 

overwonnen

 

veracht

 

vreemdeling

 

erkende

 

toesprak

 

rampen

 
afgevraagd
 

wachten


toekomst

 

waarom

 

beproevingen

 

wellicht

 

Zevenbergen

 
aangenaam
 

antwoorden

 

schrikten

 

gemoet

 

toonde


vriendelijkheid

 
vaardig
 

wenschen

 

Terwijl

 

trachtte

 

verstand

 
brengen
 

gereed

 

gebruikte

 
middagmaal