n oostelijk Pruissen, even als de Wenden
in Oostenrijk, verzwolgen; maar daar staat tegenover, dat in Polen,
in Hongarije, in de zuid-slavische landen, in Italie, de meeste
hunner kolonien als sneeuw voor de zon versmolten zijn. In de
Vereenigde-Staten vertoont zich hetzelfde verschijnsel: na verloop
van hoogstens een paar geslachten zijn de duitsche landverhuizers
Amerikanen geworden. In Zevenbergen hebben de uit de Rijnlanden
afkomstige Duitschers, ten onrechte Saksers genoemd, zich, dank zij
hunne privilegien, hunne hoogere beschaving, en de uitgebreidheid
van het door hen ingenomen grondgebied, tot op onzen tijd als eene
afzonderlijke natie weten te handhaven, maar een aantal van hunne
verspreide volkplantingen zijn toch mettertijd gemagyariseerd of
gerumaniseerd geworden. De duitsche kolonie van Klausenburg is, even
als de stad zelve, hongaarsch geworden. De meeste duitsche familien
hebben haar geslachtsnaam vertaald, of de spelling zoo veranderd, dat
hij er bijna magyaarsch uitziet; zij hebben de taal, de zeden en zelfs
den nationalen trots der Hongaren overgenomen: ook deze afstammelingen
van Germanje beroemen zich op hunne gewaande afkomst van Arpad en
Attila. Echter heeft zich ook to Kolosvar, even als elders, de invloed
der vermenging van verschillende rassen zeer duidelijk doen gevoelen:
de eigenaardigheden en tegenstellingen worden gaandeweg uitgewischt en
alle oorspronkelijkheid verdwijnt. Met uitzondering van de Tsiganen,
gewapend met hun violen, en van de walachijsche en magyaarsche
boeren, die nog hun traditioneel kostuum hebben behouden, is het
tegenwoordig zeer moeilijk, de verschillende ethnologische groepen,
waaruit de bevolking van Kolosvar en haar omtrek is saamgesteld,
van elkander te onderkennen. Zoo zijn de voornaamste kooplieden der
stad van afkomst Armeniers, maar niemand zou dat ooit vermoeden:
zij hebben tot zelfs hunne taal vergeten.
De buitenwijken on voorsteden van Kolosvar hebben geheel en al haar
duitsch karakter verloren. De huizen, die den breeden weg omzoomen,
maken niet de allerminste aanspraak op architectonische schoonheid;
zij laten den voorbijgangers niets zien dan een zijgevel, half
verdwijnende in de schaduw van een ver overhangend dak; de voorgevel
ziet op den tuin uit, maar die is doorgaans niet te bespeuren: dit
gedeelte van het huis is bijna geheel verborgen achter eene heining
of omwalling van planken of gebladerte, vermengd met vruchtboomen,
seringen, klimop en andere
|