dat zij de provincie tegen de Avaren zullen verdedigen,
en de steden langs de kust der Adriatische-zee eerbiedigen. De
italiaansche invloed klimt hier tot de vroegste tijden op: die steden
waren romeinsche kolonien; zij blijven onderworpen aan het gezag
der bisschoppen, die op hun beurt aan Rome onderworpen zijn. Eerlang
zullen zij in handen vallen van Venetie: en zoo het platte land geheel
slavisch wordt, zal de kust, die den latijnschen invloed ondergaan
heeft, haar italiaansch karakter onuitwischbaar blijven bewaren.
De Kroaten en Serviers brengen hunne eigenaardige gebruiken en hunne
eigene hertogen of vorsten mede. Eerst moeten zij de worsteling
aanvaarden met de Franken, die hun het bezit des lands betwisten;
daarna beginnen zij eene zelfstandige regeering te vestigen, en leggen
aan het land en zijne bewoners hunne wetten op. Spalato was destijds
in het bezit van vrije municipale instellingen: het neemt in bloei en
welvaart toe, zet allengs zijne perken uit en overschrijdt de grenzen
van het paleis. Maar juist die voorspoed wekt de begeerlijkheid
op: de Kroaten willen de stad haar vrijheid ontrooven, de piraten
van Narenta, wier naam reeds toen in de geschiedenis voorkomt,
bedreigen en teisteren haar zoo voortdurend door telkens herhaalde
plundertochten, dat de stad zich gedwongen ziet, de bescherming van
de republiek van Sint-Marcus in te roepen. De Doge Piero Orseolo II,
wiens naam wij terugvinden in de geschiedenis van elke stad langs
deze kust, verschijnt te Spalato, verslaat de Kroaten, verdrijft de
zeeroovers, sluit een voordeeligen vrede met Kresimir II van Kroatie,
en ontvangt de hulde der dalmatische steden, die niettemin hare
vrijheid behouden en nog steeds worden geregeerd door hare eigene
bisschoppen, overeenkomstig hare statuten of keuren.
Maar Peter Kresimir neemt den titel van Koning van Kroatie en Dalmatie
aan en betwist het recht van Venetie; van den anderen kant maakt
Koloman, Koning van Hongarije, mede aanspraken op het land, en trekt
in 1102, Spalato met een leger binnen. Kort daarop laat hij zich zelf
als souverein der beide koninkrijken te Belgrado kronen. Het is de
tijd van de strooptochten der noordsche zeeschuimers: Kresimir heeft
eene vloot noodig, om die piraten te kunnen verdrijven, en daar hij
geen eigen zeemacht heeft, sluit hij een verbond met zijne vijanden,
de Venetianen, die, nadat het kustland van de Noormannen bevrijd was,
de hulp inroepen van Alexis Comnenus, Keizer van Cons
|