hitraven, in de baden,
in de prachtige zalen, waar de groote Keizer weleer de gezanten
van Rome ontving. Het is hun slechts om eene veilige wijkplaats te
doen: zij sloopen het grootsche gewrocht om zich woningen te maken,
en het paleis wordt een gehucht, een dorp, eindelijk eene stad:
Ad Palatium--Aspalathum--Spalatum--Spalato.
Spalato is destijds geheel besloten binnen de omwalling van het paleis;
de torens, die tot verdediging moeten dienen, worden hersteld; de
poorten deels toegemetseld, deels versterkt en zorgvuldig bewaakt;
de keizerlijke residentie is eene vesting geworden. De groote tempel,
volgens sommigen aan Diana, volgens anderen aan Jupiter gewijd, is
in eene christelijke basiliek herschapen. De meeste inwoners van
Salona hadden reeds voorlang den heiligen doop ontvangen en zich
tot het Christendom bekeerd: Paus Martinus (640-655) zond hun als
apostolisch legaat Johannes van Ravenna, die eene beslissing moest
nemen in het geschil, dat tusschen Ragusa en Spalato ontstaan was
over den aartsbisschoppelijken zetel, aanvankelijk te Salona gevestigd.
Salona werd in het gelijk gesteld, en daar Spalato sedert de plaats
der verwoeste hoofdstad had ingenomen, werd Spalato tot zetel van den
metropolitaan verheven. Johannes van Ravenna werd door het volk tot
aartsbisschop uitgeroepen; hij koos zijne woning nabij de kathedraal,
onder de portiek van den vroegeren tempel, waar nog heden de prelaat
van Spalato resideert. Zijn paleis heeft tot voorgevel de kolonnade van
de oude portiek, en zijne vensters zien uit op het vroegere plein voor
den tempel. Het Mausoleum tegenover den tempel wordt tot doopkapel
ingericht; de sarkophaag, waarin, naar men zeide, het stoffelijk
overschot van Diocletianus bewaard werd, wordt weggenomen en op
dezelfde plaats het doopvont opgericht. Dit heeft waarschijnlijk
mede aanleiding gegeven tot de heerschende onzekerheid omtrent de
oorspronkelijke bestemming van dezen kleinen tempel, onder den naam
van het Mausoleum bekend, maar die door sommige oudheidkundigen ook de
tempel van Esculaap wordt genoemd. Zoo was het heidensche, romeinsche
Salona opgevolgd door eene zuiver christelijke stad, door Spalato.
Nog altijd maakte Dalmatie in naam deel uit van het Oostersche rijk;
maar de Kroaten en de Serviers, beiden van slavischen oorsprong en tot
dus ver in de streken bij de Karpathen gevestigd, krijgen vergunning
zich in het land te mogen vestigen en ontvangen het burgerrecht, onder
voorwaarde
|