FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39  
40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   >>   >|  
en daar op te kijken lijk vereeuwde, slonk-gesnekkerde postenakels uit een donkere, oude kerk, voor den eersten keer in 't daglicht gebracht. Hun asem met dien van de koe dampte in wazige wolkjes uit hunne neusgaten op. Vinie, met zijn hoofd diep tusschen de bochelachtige schouders, piepoogde onder zijne groote pet, neep den mispelaar tusschen de vingers en stapte rond de koe, mat hare gestalte aan de kin, betastte heupen, pooten en rug en balg en ging weer al den overkant. Ghielen hield de koe big 't zeel en stond verkrompen van de koude, zijn vest achteruit getrokken met de armen tot aan de ellebogen bijkans in de broekzakken en zijn groote voorbroek spande over den ingevallenen buik en heel zijn magerte, zoodat de heupbeenderen lijk twee bulten uitstaken boven zijne korte beentjes. Doka hield de handen geborgen onder haren voorschoot en haalde ze beurtelings bloot om 't water uit de oogen te vegen. Ze klutterbeende en voelde haren neus bevriezen, maar ze hield gestadig den blik op den koopman in verwachting of hij iets van de gedokene doening zou bemerken. Vinie ging nu op een afstand staan, kwam weer bij, trok de koe haren muil open, en telde de tanden met zijne vingers. --Wanneer heeft ze hare rekening vol? vroeg hij. Ze bezagen elkaar en: --Met 't eerste maansching, zei Ghielen en hij hield zich gesloten om niet te pinkoogen. --Newaar, Doka? --Ja, nog een manestond. 't Geen ze er nog wilde bijzeggen verging in een geweldige hoestbui. --'t Is hier koud staan, meende Ghielen. --'t Is eigenlijk een schoone koe. --Newaar! zegden ze alle twee. --Steek ze maar weer binnen. Hoeveel moet ze kosten? --Ik meende zeshonderd franken, zei Ghielen en dan hield hij den adem op. --Doe er honderd af. --Geen cent min, schudde Ghielen. Ze stonden een tijdeke sprakeloos. --Den stok in tweeen, da's mijn laatste woord. Is ze verkocht? En de koopman stond omgekeerd, gereed te vertrekken. Ghielen stak zijne koe op stal en Doka durfde niet antwoorden. --Vijfhonderd vijftig, herzei Vinie, ze gaat morgen naar de markt, 'k heb daar een kooper. --Voor min dan zeshonderd gaat ze uit den stal niet, besloot Ghielen. --Wel, geluk ermee, en de koopman vertrok. Aan de hofpoort keerde hij zich om en: --Als ge beter gedachten krijgt, kom zeg het mij van den avond nog en 'k doe morgen uw beest mee. --We kunnen wij ook naar de markt gaan, zei Ghielen tegen Doka en hij liet Vinie vertrekken. De
PREV.   NEXT  
|<   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39  
40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   >>   >|  



Top keywords:
Ghielen
 

koopman

 
vingers
 
zeshonderd
 

vertrekken

 

morgen

 

meende

 

Newaar

 

tusschen

 
groote

franken

 

maansching

 
eerste
 
gesloten
 
pinkoogen
 

schoone

 
schudde
 
honderd
 

zegden

 

verging


bijzeggen

 

binnen

 

geweldige

 

hoestbui

 

stonden

 
manestond
 
kosten
 

eigenlijk

 

Hoeveel

 

durfde


krijgt
 
gedachten
 

hofpoort

 

keerde

 
kunnen
 
vertrok
 

laatste

 

verkocht

 

omgekeerd

 
sprakeloos

tweeen

 

gereed

 

kooper

 
besloot
 

herzei

 
elkaar
 

antwoorden

 

Vijfhonderd

 

vijftig

 

tijdeke