igenlijke eenheid van zijn persoon te zoeken.
Het grootste deel van Vinje's geschriften is in de jaren 1858-1870
verschenen in een blad, dat hij zelf uitgaf en bijna geheel alleen
gevuld heeft, _Dolen_ ('De Dalbewoner'). Hij schreef daarin over alle
denkbare zaken. Vinje was behalve dichter vooral populair philosoof; hij
had echter ook groote kennis van litteratuur, van natuurwetenschappen,
van oeconomie, landbouw, politiek en nog vele andere dingen.
Een eigenlijk man van de wetenschap in den zin van een zelfstandig
onderzoeker was hij niet, maar evenmin was hij een popularisator van
wijsheid van anderen, want hij had op alle dingen een eigen blik, en
wanneer hij, wat uiteraard dikwijls het geval was, zakelijk niets nieuws
had te zeggen, dan sloeg hij toch een eigen toon aan, dan verbond hij
toch met de wijsheid uit de tweede hand een eigen gevoelsinhoud, en het
zijn die gevoelsinhouden, die stijl, die eigenaardige combinaties, die
humor, die maken, dat hij zoo vermakelijk is, en die aan zulke
geschriften een blijvende beteekenis geven. De bedoeling dier
geschriften was, de verlichting te brengen, waaraan de Noorweegsche
plattelandsbewoner in zoo hooge mate behoefte had, en die hij nu
toegediend kreeg door een van zijn allernaasten, die hem door en door
kende. _Dolen_ werd dan ook veel gelezen; de geestige toon trok aan.
Maar betalen deed men niet of slecht, en bij herhaling heeft het blad
moeten ophouden bij gebrek aan bedrijfskapitaal. Na verloop van eenige
maanden, wanneer men hem dood waande, stak _Dolen_ dan plotseling weer
het hoofd op.
Maar in hooger mate dan populair philosoof en verbreider van nuttige
kennis was Vinje dichter. Dat blijkt reeds uit hetgeen hierboven gezegd
is over de ware beteekenis van zijn populaire geschriften. Niet altijd
komt de dichter voor den dag. Wanneer Vinje niet in de stemming was, kon
hij dor en soms vervelend schrijven. Maar geraakt hij op dreef, dan
tintelen zijne geschriften van geest. Onder zijne prozaische werken
staat hier bovenaan _Ferdaminni_ (Reisherinneringen), een boek, dat
eerst stuksgewijze in _Dolen_ is verschenen. _Ferdaminni_ is de
beschrijving van een tocht naar Trondjem, dien de schrijver in 1860
maakte, om de kroning van koning Oscar bij te wonen. Vinje vertelt hier
op frissche wijze van land en volk. De conceptie doet denken aan Heine's
Reisebilder, met name aan de Harzreise; wij vinden hier bovendien
dezelfde ontvankelijkheid voor indrukken van de natuur, d
|