voor dit land
is het, dat de nieuwe denkbeelden niet uitsluitend door eene jongere
generatie gedragen worden. Het zijn de machtige dichters der vorige
periode, die zich verjongen en wederom vooraangaan; Ibsen en Bjornson
zijn opnieuw banierdragers. Maar weldra treedt naast hen een groep
romanschrijvers op, die van gelijken geest bezield zijn.
Wanneer men in den hier bedoelden zin van 'realisme' spreekt, dan
beteekent het woord dus niet precies hetzelfde, als wanneer het gebruikt
wordt, om een eigenschap te kennen te geven, die
litteratuurvoortbrengselen uit iedere periode kunnen bezitten en altijd
in meer of minder mate bezitten. Realistisch is een kunstwerk, dat trouw
is aan de werkelijkheid, maar daar litteraire kunstwerken in den regel
afbeeldingen der werkelijkheid zijn, bestaat er altijd een zekere graad
van realisme. Het eigenaardige van de periode, waarover wij nu spreken,
is, dat het begrip tot leus wordt, en dat dus geproclameerd wordt, dat
de bedoeling der kunst afbeelding der werkelijkheid is, en dat dus de
waarde van een kunstwerk gemeten wordt aan den graad, waarin het gelukt
is, dit doel te bereiken. De leus kon trouwens gepaard gaan met andere
leuzen, soms met zulke, die in den diepsten grond met haar in strijd
waren. Een formuleering van den eisch voor een modern kunstwerk, die men
in die dagen dikwijls leest, is, dat het 'problemen onder debat moet
plaatsen'. Sommige dichters hebben dat met groot talent gedaan. Maar wie
debatteert, verdedigt eene opvatting, waarnaast eene andere, die op zich
zelf bestaanbaar is, niet wordt toegelaten. Hij verlaat dus het
standpunt der objectiviteit en wordt tendentieschrijver. Vele schrijvers
van die dagen zijn tendentieschrijvers. Hun realisme bestaat dan hierin,
dat zij den indruk willen wekken, de realiteit te geven, zooals zij is.
Inderdaad geven zij haar, zooals zij haar zien,--en dat hebben alle
dichters van alle tijden gedaan. Van het bewustzijn uit, dat er toch
altijd nog een verschil bestaat tusschen het kunstwerk en de zaak, die
voorgesteld wordt, ziet men dan theorie en practijk zich in twee
richtingen ontwikkelen. Of men gaat den eisch van het realisme steeds
strenger stellen en tracht door veelheid van details de werkelijkheid
nabij te komen,--het zoogenaamde naturalisme,--of men laat het realisme
als theorie varen en behoudt slechts de techniek er van als kunstmiddel,
dat den kunstenaar, die zich weer souverein maakt, ten dienste staat.
Wij zullen voorbee
|