arbeidersvraagstuk op den voorgrond treedt. De
intrigue van _Garman og Worse_ berust op de tegenstelling tusschen de
deftige rijke familie Garman met haar resten van achttiende-eeuwsche
beschaving en haar trots en de verdierlijkte bevolking van "West end".
Een verzoenend element is hier Jacob Worse, wiens grootvader zich van
dienaar tot compagnon van consul Garman opgewerkt heeft, en die door
zijn huwelijk met Rachel Garman het sedert verbroken compagnieschap der
firma's herstelt. Dezelfde tegenstelling keert terug in _Arbeidsfolk_,
maar te scherper en bijtender, daar een verzoenende gedachte hier
ontbreekt; de personen, die de toenadering der standen
vertegenwoordigen, worden uit de maatschappij gestooten. Doch weldra
verruimt zich des schrijvers gezichtskring. Bij het constateeren van het
bestaan eener kloof tusschen rijk en arm blijft hij niet staan, maar de
vraag doet zich aan hem voor: wat is daarvan de oorzaak? En in verband
daarmee deze andere: wat kan men doen, om de kloof te dempen?
Voorloopig wendt hij zijn opmerkzaamheid vooral aan de eerste vraag. En
hij schrijft eene psychologie van de misdaad. Dat armoede tot misdaad
voert, werd in _Garman og Worse_ reeds aangeduid. In _Else_ zien wij
het gebeuren. Wij maken kennis met de erfelijke praedispositie tot
lichtzinnigheid en al de misdaden in haar gevolg, die de arme op de reis
door het leven meekrijgt, en die zich te lichter ontwikkelt, naarmate de
uiterlijke omstandigheden gunstiger zijn en daarmee de verzoeking
grooter wordt.
Van den hedendaagschen arme wendt Kielland zich tot de vroegere
generatie, en hij schrijft _Skipper Worse_. De vergelijking voert tot
het besluit, dat de afstand vroeger veel geringer, de verstandhouding
beter was. Worse's: "Wij komen laat, mijnheer de consul, maar wij komen
goed", waarmee Worse zijn reeder begroet, en waarmee hij ook het leven
uitzeilt, teekenen den ondergeschikte, voor wien de zaak van den patroon
de zijne is. En consul Garman toont zich bij voortduring een even
degelijk als fijngevoelig patroon. Hoe is die verhouding zoo veranderd?
Voor een deel is dit toe te schrijven aan verscherpte concurrentie, die
voor alle standen den strijd om het bestaan moeilijker maakt. Maar ook
de opkomst van nieuwe machten in de maatschappij is daaraan schuld.
Kielland schildert tegenover de wel trotsche, maar ook loyale familie
Garman een stand van rijken, welks bloei in den tijd van Skipper Worse
nog in zijn aanvang was, maar in Kiell
|