ar nu en dan plotseling een
niet verwachte geestelijke meerderheid toonend. Tot hoofdpersoon wordt
hij weer in _Pan_, dan in het drietal samenbehoorende tooneelstukken
_Ved Rigets Port, Livets Spil_ en _Aftenrode_ en in het wonderlijke
gedicht in dramatischen vorm _Munken Vendt_ (1902). In latere werken
komen nog bij herhaling figuren voor, die aan het type herinneren, maar
zij domineeren zelden meer. Een der interessantste is telegrafist
Bardsen in _Born af Tiden_ en in _Segelfoss By_, een aristocratisch
voelend en onafhankelijk man, maar te gelijk een dronkaard en
onbetrouwbaar in geldzaken, die met volkomen kalmte zijn ondergang,
waaraan hij zelf schuld is, te gemoet gaat. In de plaats van dit type,
dat wel zijn oorsprong heeft in eene zijde van Hamsun's karakter, maar
toch reeds van den beginne af niet alles bevatte, wat in den schrijver
steekt, en bovendien op den duur sterk gevarieerd is en tot een
litterair type wordt, treedt in enkele jongere romans (_Under
Hoststjernen, En Vandrer spiller med Sordin, Den sidste Glaede_) een
nieuwe 'ik'-figuur op, die weer korter bij den dichter staat. Deze
schrijft nu, gelijk in _Sult_, in de eerste persoon. Wij leeren hem nu
kennen op rijper leeftijd. De verandering is groot. De onafhankelijkheid
is gebleven, maar de paradoxist is geworden tot een schalk met een
ironischen, maar tegelijk dankbaren blik op het leven. Hij deelt ons nu
aan de hand van zijn vertellingen zijn levenswijsheid mee. Deze is, dat
een man, die vijftig jaar geworden is, geleerd heeft, een toontje lager
te spreken, niet _alles_ van het leven te wachten, maar het toch met
dank aan te nemen. 'Want het was aardig, te leven'.
In Hamsun's laatste werken verdwijnt de 'ik'-figuur geheel. Des dichters
subjectiviteit bestaat nu nog alleen in den blik, waarmee hij de
wemelende menschenmenigte aanziet. Het is de blik van den liefdevollen
beschouwer, die ziet, hoe dwaas de menschen zijn, maar hun toch zijn
belangstelling niet onthoudt. Zoo is de wereld, vindt hij, en zoo is het
leven, en dat alles is interessant als de boomen, als de vogels, als de
zee. Het zijn beelden uit de enge maatschappij van kleine kustplaatsen.
Drie van deze boeken, _Born af Tiden, Segelfoss By, Markens Grode_,
behooren tot zijne allerbeste. Ook binnen deze groep is in den schrijver
nog eene ontwikkeling te zien. In de beide eerstgenoemde werken stelt
hij den ouden tijd tegenover den nieuwen, en de vergelijking valt ten
gunste van den ouden t
|