riode. Kielland is zijn vroegste voorbeeld geweest[21], maar
hij ontwikkelt zich in eene zelfstandige, maar ook zeer eenzijdige
richting. Aan den meester herinnert het heldere en distincte in den
vorm, de voortreffelijke caricatuurteekening, de onversaagdheid in de
keuze en behandeling zijner stof, die echter bij hem tot ruwheid wordt,
het zich verdiepen in het leven eener kleine plaats. Maar zijn horizon
is beperkter, en hij heeft een voorliefde voor het abnorme en het
disharmonische. Hij begint natuurlijk met oppositie, en zijn eerste
oppositie is gericht tegen de geldende wetten der zedelijkheid. Reeds de
titel van zijn eersten bundel verhalen, _Unge Syndere_ (Jonge Zondaars),
toont, uit welken hoek de wind waait. Er is wel ontwikkeling in zijn
standpunt. Hij begint met het op te nemen voor de ontuchtigen, die de
maatschappij veroordeelt. Bij nader kennismaking vallen dezen hem niet
mee en verliezen zij het heiligenschijntje, dat zich in zijn fantasie
om hun hoofd gevormd heeft. Hij wordt dan cynisch gestemd, en het
cynisme is eigenlijk de toon, waarin zijn werken gestemd blijven. Hij
geeft nu schetsen van het leven, waaraan alle idealiteit ontbreekt; de
wereld is hem een kampplaats om voedsel, waarin de menschen door elkaar
wemelen, sommigen van deugd pratende, anderen brutaal voor hun ondeugd
uitkomende, allen slechts bezield door hebzucht en eigenbaat. Hij is dan
schijnbaar geheel objectief, maar zijn scherp sarcasme toont het eigen
lijden, en zoo is er in deze schijnbaar zoo onverschillig geschreven
romans een belangrijk deel lyriek. In zijn laatste werken treden enkele
personen op, in wie uit het inzicht van eigen ellendigheid de behoefte
ontstaat naar hooger levensvormen. Men krijgt hier den indruk, dat Finne
bezig is geweest, een uitweg uit het pessimisme te zoeken. Maar de dood
heeft hem verhinderd, dien te vinden. De roman _Rachel_, waarin de
nieuwe gedachten vooral uitgesproken worden, is onrijp en toont, dat
Finne hier nog niet tot helderheid is gekomen, althans nog niet den vorm
heeft gevonden voor het nieuwe, dat zich in hem ontwikkelde.
Finne's belangrijkste werken zijn: _Filosofen_ (1889), _Unge
Syndere_(1890), _Doktor Wangs Born_ (1890), _To Damer_ (1891), _Uglen_
(De Uil) (1893), _Konny_ (een tooneelstuk) (1895), _Rachel_ (1895).
Finne is een zeer origineel schrijver en een voortreffelijk stilist
geweest. De middelen, die hij gebruikte, waren soms zeer brutaal, maar
hij heeft daarmee niet zelden st
|