FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139  
140   >>  
ad met God. _Nu_ begrijpt hij hem; nu kan hij met liefde en vereering aan hem denken, en met meegevoel, want nu weet hij zelf, wat zielenood is. In 1892, een jaar na _Traette Maend_, verscheen _Fred_ (Vrede), waarin de geschiedenis van Eyvind Garborg in den vorm van een roman wordt verteld. _Fred_ is een overweldigend boek. Nergens bereikt Garborg's psychologische analyse zulk eene diepte als hier. Terwijl in vroegere werken altijd tot op zekere hoogte de gedachte het primaire is, en de personen dienen, om aan de gedachte uitdrukking te geven, is het hier de levende persoon, die de fantasie van den dichter gegrepen heeft, en dien hij volgt in zijne aanvechtingen tot in de razernij van den godsdienstwaanzin. Enok Haave heeft de bekeering reeds te lang uitgesteld. Het wordt tijd, dat hij hiertoe overgaat, want men kan nooit weten, wanneer de bruidegom komt. Hij besluit er dus ernst mee te maken,--maar telkens komt de duivel tusschenbeiden, tot een plotseling sterfgeval in zijne omgeving hem zoo verschrikt, dat van nu af aan de redding zijner ziel zijn eenige gedachte is. Het komt er nu op aan, het ware berouw over zijne zonde te krijgen. Hij bidt, en hij bidt, maar het berouw wil niet komen, en God blijft ver. Enok houdt vol, tot in een nacht van hevige verschrikking het berouw komt, en de genade. Enok voelt eene hand, die de zijne drukt; dat is de hand van den verlosser. Enok barst in tranen uit en komt tot rust. En nu breekt voor hem een tijd van zaligheid aan; hij is op Tabor; de Heer zelf spreekt tot hem en geeft hem zijn wil te kennen. Waar zoo groote genade zijn deel werd, daar moet hij naar de stem des Heeren luisteren,--en staat er niet geschreven: "aangaande mij en mijn huis, wij zullen den Heere dienen"? Dus moeten ook vrouw en kinderen Gods wil doen. Wat Gods wil is, is gemakkelijk te weten; immers God getuigt in den geest, en,--twijfelt men, dan moet men slechts dat doen, wat het vleesch niet wil. Arbeid van den morgen tot den avond, eenvoud in spijs en drank, in kleeding, dat wenscht de Heer. En laat ons vooral geen ijdele woorden spreken. In een gesprek, dat niet over goddelijke dingen loopt, is de duivel. Overal loert hij in het verborgene, om ons te verleiden. Het is dus noodig, de hand van den verlosser vast te houden. Daarom ook geen wereldsche boeken. Wij hebben genoeg aan Gods woord. Maar Enok kan niet altijd op Tabor zijn. De spanning neemt soms af, en dan gevoelt hij zich van God verlaten. Daar kom
PREV.   NEXT  
|<   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139  
140   >>  



Top keywords:

berouw

 

gedachte

 
duivel
 

altijd

 

dienen

 

Garborg

 

verlosser

 

genade

 

moeten

 

zullen


breekt

 
zaligheid
 
geschreven
 

luisteren

 
Heeren
 
aangaande
 

kennen

 

groote

 

spreekt

 

Daarom


houden

 

wereldsche

 

boeken

 

noodig

 

Overal

 

verborgene

 

verleiden

 

hebben

 

genoeg

 
gevoelt

verlaten

 

spanning

 
dingen
 

slechts

 

twijfelt

 
vleesch
 

Arbeid

 
morgen
 

getuigt

 
kinderen

gemakkelijk

 

immers

 

eenvoud

 
woorden
 

ijdele

 

spreken

 
gesprek
 

goddelijke

 

vooral

 
kleeding