!"--De
jongens lachten, maar zij bleven er bij. En zij vergaten zulke 'lessen'
niet licht.
Daniel Braut is evenals Torres Snortevold in Kielland's _Jacob_ een
boerenjongen, die tot stadsmensch wordt. Beiden slagen in het
materieele, maar brengen het zedelijk niet ver. In karakter verschillen
zij zeer. Maar nog grooter is het verschil in de wijze, waarop zij
behandeld zijn. Torres is de boerenlummel, zooals de stadsman hem ziet.
Daniel Braut wordt door een der zijnen geoordeeld. Daarom is Torres een
caricatuur, terwijl het lot van Daniel Braut ons tragisch voorkomt.
Misschien was er iets van hem geworden, wanneer men hem rustig in zijn
natuurlijken kring had gelaten.
In een paar volgende werken keert Garborg tot de problemenlitteratuur
terug. Maar wat in _Bondestudentar_ gewonnen was, is niet verloren; het
probleem wordt niet abstract behandeld en ook eigenlijk niet opgelost,
maar tot het bewustzijn der lezers gebracht door de realistische
schildering van een reeks levende personen.
_Mannfolk_ (1886) is Garborg's belangrijkste bijdrage in de discussie
over het zedelijkheidsvraagstuk. De aanleiding was een kabaal, dat
groote dimensies had aangenomen, en waarover hierboven reeds iets is
gezegd. Bjornson had het land in rep en roer gebracht met zijn zeer zwak
tendentiedrama _En Hanske_ (Een Handschoen), gevolgd door de brochure
_Engifte og Mangegifte_ (Zij, die met een vrouw en die met vele vrouwen
trouwen). Hij laat hier een meisje met haar verloofde breken, wanneer
zij verneemt, dat hij voor haar eene andere heeft bemind. Bij het
afscheid werpt zij hem een handschoen in het gezicht. Het was een snelle
oplossing van het vraagstuk, maar geen afdoende. Intusschen bewerkte de
schrijver door lezingen en andere samenkomsten, dat er discussie
ontstond. Men was voor of tegen; in het openbaar meest voor. Toen
verscheen Hans Jaeger's hierboven besproken boek en werd
geconfisceerd. Niet veel beter ging het kort daarna met een roman van
Kristian Krogh _Albertine_; ook hiervan werden de exemplaren door de
overheid opgehaald.
Nu treedt Garborg in het strijdperk, en wel tegen het bazuingeschal van
Bjornson. Eerst steekt hij er den draak mee in een zeer vermakelijke
korte vertelling _Ungdom_ (Jeugd) (1885); dan volgt _Mannfolk_, waarin
de zaak ernstig behandeld wordt. Hier leert men een reeks jonggezellen
kennen, voor een deel de meest begaafde in de hoofdstad, menschen, die
het ook aan goeden wil niet ontbreekt, maar die nu een
|