1889)
redacteur is[20]. Dan vindt de strijd een oplossing, waarin hij de
overwinning behaalt. Hij wordt burgemeester van Stavangar. Nu kan hij
voor zijne denkbeelden werken, zonder te schrijven. En hij legt de pen
neer.
Het zal uit het bovenstaande duidelijk zijn, dat Kielland's werken
sommige elementen bevatten, die hen stempelen tot litteratuur van den
dag. Dit is daar het geval, waar de tendentie zich al te breed maakt.
Maar daartegenover staan weer blijvende elementen. Dikwijls verheft
Kielland zich tot eene objectiviteit, die hem in staat stelt, niet
uitsluitend wit en zwart te schilderen. Daarbij komt eene dubbelheid in
zijn eigen natuur hem ten goede. Hij is democraat door theorie, maar
aristocraat door geboorte en opvoeding, en zijn karakter is niet
plebeisch, maar voornaam. Zoo is hij in staat, in _Garman og Worse_ een
der fijnste schilderingen te geven van het leven in eene voorname
familie in eene kleine Noorweegsche stad, en ook het verschil in de
verhoudingen, waarin zulk eene familie in zijn tijd en dertig jaar
vroeger leefde, begrijpelijk te maken. Zoo dringt hij in _Skipper Worse_
diep door in het leven van de pietistische secte der Haugianen. In
andere boeken ontbreekt de objectiviteit, maar men moet niet vergeten,
dat objectiviteit niet de eenige deugd is. Ook Vondel was niet
objectief, en toch is hij Nederlands grootste dichter. Er is ook macht
van overtuiging, kunst van uitdrukking, meesterschap over de taal,
suggestieve kracht,--en eindelijk esprit. Deze gaven bezat Kielland in
hooge mate. Boeken als _En Sankt-Hansaften_ en _Jacob_ kan men
beschouwen als lyrische gedichten in proza. De figuren hebben soms iets
van caricatuur, maar zij zijn daardoor te duidelijker, en zij getuigen
toch van zulk een menschenkennis, dat zij voor ons blijven leven, ook al
deelen wij des dichters politieke overtuigingen niet in alle opzichten.
En de afstand in tijd, die het toevallige doet wegvallen, zal het
daardoor gemakkelijker maken, Kielland's kunst te waardeeren. Wel zal
die afstand ook eene schifting meebrengen; dit proces is trouwens reeds
in vollen gang.
In de aaneengesloten reeks van Kielland's romans is een samenhangende
gedachtengang. Ik weet dezen niet beter mede te deelen dan door een
verkorte weergave van hetgeen ik hierover in 'De Gids' van Mei 1897
schreef. De omgang met arbeiders in de dagen toen hij bezitter en
directeur eener pannenbakkerij was, is zeker de oorzaak, dat in zijn
eerste boeken het
|