iet werd begrepen, stonden hem in den weg. Na zijn dood is strijd over
hem geweest. Hij is diep verguisd, en hij is ten hemel verheven. Maar
bij het oordeel over hem heeft dikwijls een omstandigheid den doorslag
gegeven, die in dat verband ten onrechte op den voorgrond werd gebracht:
men heeft hem geprezen, omdat hij maalsman was, en men heeft hem
gelaakt, omdat hij maalsman was. De zaak is echter, dat hij maalsman was
uit overtuiging en dus als zedelijk persoon hiervoor lof verdient, dat
hij de zaak, waaraan hij zijn hart gegeven had, trouw gediend heeft.
Maar zijn beteekenis als dichter hangt niet hiervan af, welke taal hij
geschreven heeft, maar _hoe_ hij geschreven heeft, eerst in bymaal,
daarna--het meeste en het best--in landsmaal. Die beteekenis zal pas
algemeen gewaardeerd kunnen worden, wanneer de taalstrijd zoover zal
bedaard zijn, dat een oordeel zonder hartstocht mogelijk is. Bij velen
is dit thans het geval. Maar zoolang de uitersten der maalsmannen
voortgaan, aan de taal van Ibsen het recht te ontzeggen, Noorweegsch te
heeten en in Noorwegen gesproken te worden, zullen zij zelf verhinderen,
dat aan Vinje recht gedaan wordt. En dat is een verlies voor Noorwegen,
want Vinje is een der grootste dichters van dat land geweest.
HOOFDSTUK IV.
HET REALISME.
Een nieuwe tijd stond voor de deur. Een harde werkelijkheid had de
idylle verstoord, en men begon in te zien, dat het niet alleen in de
practijk, maar ook in de poezie noodig was, rekening te houden met de
wereld, zooals zij was, niet alleen, zooals men wenschte, dat zij wezen
zou. In Ibsen's productie gedurende de in hoofdstuk II, 3 besproken
periode is reeds te zien, dat iets nieuws in wording is. Er komen nu
invloeden uit vreemde landen bij, in de eerste plaats uit Frankrijk,
waar de gebeurtenissen van 1870 niet minder ontnuchterend gewerkt hadden
dan in het Noorden die van 1864. Hier ontstaat de realistische roman en
begint zijn zegetocht over Europa. Daarnaast doen zich invloeden der
Engelsche philosophie gevoelen (Stuart Mill, Spencer) en veranderen het
geheele wereldbeeld. De alleenheerschappij der orthodoxie is gedaan; de
litteratuur wordt critisch ten opzichte van maatschappij, staat,
godsdienst. In Denemarken doet de nieuwe richting haar intocht in de
epoque makende geschriften van Brandes en in de litteraire
voortbrengselen van een reeks jongere schrijvers als Drachmann, Jacobsen
en anderen, en Noorwegen blijft niet achter. Kenschetsend
|