mislukte zakenman Jonas Lie is dichter geworden, en niet zonder den
bijstand van Thomasine.
Het hoofdmotief van _Faste Forland_ is de mislukte onderneming en het
faillissement. Het was hier niet de eerste maal, dat Lie een
faillissement tot onderwerp van een roman koos. Het is reeds het
hoofdmotief in _En Malstrom_, en het neemt een gewichtige plaats in in
_Et Samliv_ en in _Niobe_. Ook hier geldt, dat niet geestelijke armoede
de oorzaak is, wanneer Lie een motief bij herhaling behandelt, maar eer
eene groote oprechtheid, die hem drijft, vooral over die dingen te
schrijven, die hij het best kent. Ook dit onderwerp behandelt hij van
zeer verschillende zijden. In _Faste Forland_ is de slechte zakenman
toch een ernstig man, die er zwaar voor boeten moet, dat hij zich zelf
niet gekend heeft; in _En Malstrom_ en _Niobe_ ontmoeten wij twee
variaties van den lichtzinnigen speculant, die het met het bezit van
zijn medemenschen niet nauw neemt (in laatstgenoemd boek als bijfiguur),
in _Et Samliv_ is het de familievader, die op het punt is, in den
ondergang van anderen te worden meegesleept, die tegenover vrouw en
kinderen het hoofd rechtop moet houden en den schijn van rijkdom
aannemen, terwijl hij met iedere post het bericht wacht, dat hem den
genadestoot zal toebrengen, die echter op het uiterste oogenblik door
een vriend gered wordt. Met al die menschen leeft Lie mee, en hij doet
ons hen verstaan, zoodat wij niet met een goedkoopen afschuw vervuld
worden, maar ook in de zwakheden der zwakken het menschelijke zien. Lie
is hier midden in de 'problemenpoezie' geraakt; de vergelijking met
anderen, die hetzelfde onderwerp behandeld hebben, toont het verschil in
aard tusschen de dichters. Het faillissement was in die dagen in de
litteratuur in de mode; zoowel Bjornson als Kielland hebben het
behandeld. Beiden zijn tendentieschrijvers, maar op verschillende wijze.
Voor Kielland (in _Fortuna_) is het faillissement de onverantwoordelijke
daad van een gewetenloos man, natuurlijk uit de hoogere klasse, en de
schrijver laat niet na, zijn held met de leelijkste eigenschappen,
valschheid en huichelarij, in hooge mate te voorzien. Die man is niets
dan gemeenheid en laagheid. Er komen in _Fortuna_ prachtige bladzijden
voor, maar licht en schaduw zijn op eene wijze verdeeld, die eigenlijk
geen andere bedoeling heeft, dan hartstochten te wekken. Anders
Bjornson. Hem is het niet te doen om propaganda te maken tegen eene
maatschappelijke klasse
|