niet
kende en zich de grenzen van zijne gaven evenmin bewust was als de
grenzen der stijlsoorten. Dit hangt samen met zijne naiveteit, waaraan
wij ook zooveel moois te danken hebben. Het zijn zulke gebreken, die
aanleiding hebben gegeven, dat men Vinje den geniaalsten dilettant
genoemd heeft. Toch is dat oordeel niet geheel billijk, wanneer men let
op de zekerheid, waarmee hij binnen zijn grenzen het juiste treft.
Vinje heeft ook een satyrisch gedicht geschreven, dat niet voltooid is.
De stukken, die gereed waren, heeft hij in _Dolen_ uitgegeven. _Staale_
heet het gedicht. Het moet de meening illustreeren, dat een
onafhankelijk man, die zijn eigen weg gaat, in de maatschappij
mishandeld wordt. Dit zijn dingen, die in den dichter zelf zijn
omgegaan. Maar de wijze, waarop dat in beeld gebracht wordt, vereischt
toch weer compositie, en de schildering van maatschappelijke kringen
vereischt intieme kennis van die kringen, waarin Vinje weer te kort
schiet. _Staale_ is dan ook veel minder gelukt dan _Storegut_.
Een bijzondere plaats onder Vinje's werken neemt een boek over Engeland
in: _Bretland og Breterne_. Het is geschreven in den tijd, toen Vinje
nog de hoop had, een Europeesch schrijver te worden. Zijn gering succes
in Noorwegen schreef hij aan de kleine verhoudingen in het vaderland
toe. Hij reisde toen naar Engeland, om de Engelsche maatschappij te
bestudeeren, en tevens misschien met de heimelijke hoop, om daar voor
zich een weg te vinden. Zijn eindoordeel was niet gunstig; de
tegenstelling tusschen rijk en arm vond hij er erger dan in het eigen
land, en de menschen vond hij er niet beter. Hij heeft met den ransel op
den rug groote stukken van het land doorreisd en zich overal opgehouden,
waar hij maar toegang kon krijgen. Toen heeft hij zijn bevindingen
opgeschreven en zoo eene zeker niet objectieve, maar zeer belangwekkende
bijdrage gegeven tot de kennis der Engelsche maatschappij. Maar door
zijn onzacht oordeel heeft hij het Engelsche publiek afgestooten--de
Times liet zich zeer onvriendelijk uit--, en daarmee was zijn uitzicht
op succes in den vreemde afgesneden.
Over de blijvende beteekenis van Vinje is het laatste woord nog niet
gesproken. Tijdens zijn leven is hij onderschat, al had hij ook enkele
vrienden, die hem waardeerden, en al wist de menigte ook, dat hij een
dekselsche grappenmaker was. Zijn maatschappelijke gebreken zoowel als
zijn weifelende houding in politieke vragen, die door de tijdgenooten
n
|