ft in te brengen en op den
voorgrond stelt, dat de man de natuurlijke steun der vrouw is, komt de
schrijfster later steeds meer voor de rechten der 'onderdrukte' vrouw op
en laat de mannen heel wat harde woorden hooren. Soms gaat haar polemiek
in het potsierlijke; mannen als Goethe en Byron vinden weinig genade in
haar oogen.
Camilla Collett heeft het voorrecht gehad, populair te worden; haar boek
_Mod Strommen_ (Tegen den Stroom) mocht eerder _Med Strommen_ heeten;
toen zij het schreef, was het modezaak geworden, te vinden, dat de
vrouwen verdrukt werden, en zoo deden toen alle schrijvers, die voor
modern wilden doorgaan.
Camilla Collett is in zooverre een voorloopster der beweging van 1870,
als zij haar stof ontleent aan het dagelijksch leven, en over 'een
probleem debatteert'.
Aan schilderingen der werkelijkheid bestonden daarnaast de beelden uit
het volksleven, die uit eene zijde der romantiek waren voortgekomen, de
werken van Asbjornsen, Ostgaard en enkele anderen. Voorts een deel van
Vinje's geschriften en Bjornson's boerennovellen, die echter weinig
realistisch waren. Nu zou het anders worden.
Bij Ibsen openbaart zich het nieuwe realisme niet als eene richting van
den tijd, waarbij hij zich aansluit, maar als eene consequentie van zijn
eigen ontwikkeling. Ibsen was van nature tegelijk idealist en realist.
Hij had een hoog denkbeeld van de mogelijkheden, die in den mensch zijn,
en hij had de neiging, om de realiseering dier mogelijkheden als
zedelijken eisch te stellen. Dit houdt hij vol, ook in zijn
'realistische' drama's. Hij was te gelijk een groot menschenkenner en
bezat het vermogen, menschen natuurlijk te laten spreken en handelen,
zoodat wij meenen, hen te kennen. Dit deed hij reeds in zijne oudere
werken. Kritiek op de maatschappij--een der hoofdpunten van het jonge
programma--komt bij hem reeds in 1862 voor in _Kaerlighedens Komedie._
Toch is er ook bij hem een groote afstand tusschen vroeger en later.
Deze bestaat hierin, dat hij dieper studie maakt en precieser beelden
geeft van het leven van zijn eigen tijd, en dat de tegenstellingen tot
uiting komen in de werkelijk bestaande conflicten van het
maatschappelijk leven. In _Kaerlighedens Komedie_ is het nog een
bijzonder menschenpaar, dat in naam van een idee strijd voert tegen de
maatschappelijke orde, zooals die zich voordoet. Maar feitelijk zijn
Falk en Svanhild een utopie. In _En Folkefiende_ daarentegen is de held
een dokter, die slechts gew
|