listisch drama gaat Ibsen
tot de taal van het gewone leven, het proza, over.
Omtrent de directe aanleiding tot het schrijven van _Kaerlighedens
Komedie_ (De Comedie der Liefde) weten wij niet veel. Er wordt een zeker
verband aangenomen met den roman _Amtmandens Dotre_ van Camilla Collett
(1855). Deze begaafde vrouw was opgekomen tegen het conventie-huwelijk
voor het huwelijk uit liefde. Ook op eene andere wijze bestaat er, naar
het schijnt, een samenhang tusschen Camilla Collett en _Kaerlighedens
Komedie_. In de jaren, toen de vijandschap tusschen haar broeder
(Wergeland) en Welhaven het heftigst woedde, bestond er een innige
vriendschap tusschen haar en Welhaven. Deze vriendschap, die niet tot
een verbinding geleid heeft, schijnt Ibsen bekend te zijn geweest, en
Camilla uit zich ook over Ibsen's drama op eene wijze, waaruit blijkt,
dat zij daarbij aan haar jeugdgevoelens denkt. (Zie hierover Mathilde
Schjott in haar opstel over Camilla Collett).
Bij Ibsen is niet alleen de conclusie, maar ook de vraag, die gesteld
wordt, eene andere. De vraag is niet, hoe een huwelijk het best terecht
zal komen, door liefde of door een ander middel, maar hoe er van de
liefde wat terecht zal komen. En het antwoord luidt: niet door het
huwelijk. En wanneer men goed toeziet, dan zijn hier de maatschappelijke
conventies, die als moordenaars der liefde worden aangevoerd, nog niet
eens haar ergste vijanden. Tegen dezen zouden Falk en Svanhild het nog
opgenomen hebben. Maar het is de begeerte, het is het eeuwige samenzijn,
het zijn de eischen, die de partijen onherroepelijk op den duur aan
elkaar gaan stellen, waarop ten slotte het sterke gevoel schipbreuk moet
lijden. Door deze gezichtspunten is _Kaerlighedens Komedie_ niet
uitsluitend een maatschappelijke satyre, maar een diep menschelijk
gedicht. Falk en Svanhild worden zich bewust, dat ook hun gevoel, hoe
sterk ook, toch tegen het leven niet bestand zal zijn; maar hun liefde
langzaam te zien sterven, daarvoor huiveren zij. Liever moet zij jong en
frisch sterven en daardoor naar een hoogere sfeer worden overgebracht.
Zij kiezen den eenigen uitweg, die hun van hun ideaal standpunt
overblijft,--zij besluiten, van elkander te gaan en elkander in de
herinnering te bewaren--'voor de eeuwigheid te winnen', heet het
hier,--liever dan hun liefde in het leven te zien ondergaan. Zij doen
dit echter niet klagend, maar dankend: "Nu kan ik je _blij_ missen voor
dit leven", is de afscheidsgroet.
H
|