FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72  
73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   >>   >|  
zijn ideaal tot werkelijkheid. Niet door ook maar een proseliet te maken, maar door voor dat ideaal te leven en zijn leer met zijn dood te bezegelen. Wat hij zoekt, is Gods genade, maar hij is overtuigd, dat deze alleen door offers te verkrijgen is. Brand's laatste verzoeking, nadat de menigte hem met steenen verdreven heeft, bestaat in het visioen van Agnes, die hij verloren heeft. De verschijning wil hem overtuigen, dat zijn strijd vergeefsch is, dat hij haar terug zal krijgen, wanneer hij afziet van zijn eisch: 'alles of niets'. Maar hij erkent in het visioen een list van Satan, en hij wijst het terug. Nu eerst kan hij weenen en juichen; nu klinkt, wanneer de lawine hem bedekt, de mystieke stem: 'Hij is deus caritatis'. Ibsen zegt in een zijner brieven (Breve I, 254), dat _Kaerlighedens Komedie_ een voorlooper van _Brand_ is. Hij heeft op deze plaats het oog op de kritische zijde van beide stukken en zegt, dat hij in het eerste geschilderd heeft 'de in onze sociale verhoudingen heerschende tegenstelling tusschen de werkelijkheid en den idealen eisch in alles, wat liefde en huwelijk aangaat'. Uit den samenhang blijkt, dat in 'Brand' dezelfde tegenstelling op religieus gebied wordt aangetoond,--natuurlijk niet in de hoofdpersoon, maar in de overigen. Maar de samenhang bestaat ook in de levensopvatting en karakterontwikkeling der helden. Brand's 'eeuwig bezit men slechts het verlorene' herhaalt Falk's 'nu heb ik je voor dit leven verloren, maar ik heb je gewonnen voor de eeuwigheid'. Slechts is de uitdrukking nog praegnanter geworden. De kristalliseering der gedachte tot woorddiamant heeft plaats gehad. Op _Brand_ volgt in 1867 _Peer Gynt_. Nog heeft Ibsen met zijn volk niet afgerekend. Ditmaal echter zendt hij niet een boetepredikant onder hen, maar hij voert het volk zelf ten tooneele in een typischen representant. Peer Gynt is niet een Noorweger, maar het Noorweegsche volk, zooals de dichter het ziet. Zijn voornaamste eigenschappen zijn neiging tot grootspraak en karakterloosheid. Hij redeneert veel over het begrip, 'zich zelf te zijn', maar in zijn devies heeft hij, zonder het te bemerken, achter het woord 'zelf' het woord 'genoeg' geschreven. Hij is zich zelf genoeg, een egoist in plaats van een persoonlijkheid. Zijn levenswandel getuigt daarvan, en daarom wordt ook aan het einde verklaard, dat hij zich zelf heeft uitgewischt. De hoofdoorzaak van zijne geestelijke lamheid is gebrek aan gevoel voor de werkelijk
PREV.   NEXT  
|<   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72  
73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   >>   >|  



Top keywords:

plaats

 
wanneer
 

samenhang

 

tegenstelling

 

verloren

 

werkelijkheid

 

genoeg

 

bestaat

 

visioen

 

ideaal


woorddiamant

 

praegnanter

 

gedachte

 

kristalliseering

 

geworden

 

uitgewischt

 

verklaard

 

hoofdoorzaak

 

uitdrukking

 

gewonnen


werkelijk

 

slechts

 

verlorene

 

helden

 

eeuwig

 

herhaalt

 

eeuwigheid

 

geestelijke

 

Slechts

 

lamheid


gevoel

 

gebrek

 
echter
 
neiging
 

karakterontwikkeling

 

geschreven

 

eigenschappen

 

egoist

 

persoonlijkheid

 

voornaamste


grootspraak

 

karakterloosheid

 

devies

 

zonder

 

achter

 

begrip

 

redeneert

 

dichter

 

zooals

 
daarvan