FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128  
129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   >>   >|  
gevoerd door den Heer Jacobus Blaek, die zijn regenscherm als een staf van commando rondzwaaide. Ik zag mijn moeder, doodsbleek en met bloed bedekt, door twee dier boosdoeners voortsleepen: ik hoorde het noodgeschrei mijner zusters en broeders, die in de vlammen omkwamen: en dan zag ik opeens boven het vlammend puin, Henriette, Amelia, en een talrijken stoet bevallige, in feestgewaad uitgedoste jonge meisjes luchtig en onbezorgd ronddansen, en rozen strooien op de vonken, die onder haar voeten opspatteden. Opeens deed Andries, die een ijzeren geldkist uit den brand had gesleurd, welke hij met geweld op straat sleepte, een afgrijselijken vloek hooren: alles verdween voor mijn oogen, en ik ontwaakte. Maar, schoon wakker, nog dreunde mij die stem in de ooren, en nog herklonken die slagen, welke echter niet op een ijzeren kist, maar op de deur der woning nederkwamen. Ik ging recht overeind zitten. Er kon geen twijfel meer aan zijn: het was Andries, die weder te huis kwam. De morgenschemering was aangebroken: ik liet mij zoo zachtjes als ik kon uit mijn bed zakken, kleedde mij aan, omklemde mijn knuppel met beide handen en bleef toen, op den stoel gezeten, angstig luisteren, wat er volgen zou. Weldra hoorde ik de oude Martha naar het voorhuis schoffelen. Ik rees op, en overlegde of het ook zaak zoude wezen, den Heer Bos te gaan wekken, toen ik Martha met een heesche stem haar zoon hoorde toeroepen: "daar slaapt van nacht familie van Mevrouw hier in huis: ik mag je niet opendoen: zie maar dat je in de schuur terecht komt." Ofschoon mij deze woorden eenigszins geruststelden ten opzichte der voornemens van de moeder, bleef ik echter niet zonder zorg, of zich de zoon wel daaraan zoude storen. Mijn onzekerheid was intusschen spoedig voorbij; want na eenige vruchtelooze pogingen om de deur open te krijgen, ging Andries al brommende en vloekende weg, en Martha haastte zich, haar bed weder op te zoeken, hetgeen mij ten blijk strekte, dat zij geen vrees voor zijn terugkomst koesterde. Dit tooneel had mij echter allen slaap ontnomen. Ik bleef nog een geruimen tijd stilzitten, toen naderde ik het venster, opende het met zoo weinig gerucht mogelijk, en ademde de verkwikkende morgenlucht in, die mij van buiten tegenstroomde. Dan, was die frissche ochtendkoelte welkom aan mijn verhit gestel, niet minder aangenaam werd ik verrast door het heerlijke schouwspel, dat zich voor mijn oogen opdeed en hetwelk ik verre was te verwachten.
PREV.   NEXT  
|<   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128  
129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   >>   >|  



Top keywords:

hoorde

 

echter

 

Andries

 

Martha

 

ijzeren

 

moeder

 

zonder

 
gevoerd
 

opzichte

 

woorden


eenigszins
 

geruststelden

 

daaraan

 

voornemens

 
eenige
 
vruchtelooze
 

pogingen

 

onzekerheid

 

intusschen

 

spoedig


voorbij

 

storen

 

Ofschoon

 

toeroepen

 
slaapt
 

regenscherm

 

heesche

 
wekken
 

familie

 

Mevrouw


schuur

 

terecht

 

Jacobus

 

opendoen

 

krijgen

 

tegenstroomde

 

frissche

 

ochtendkoelte

 
welkom
 

buiten


morgenlucht

 

gerucht

 

mogelijk

 

ademde

 

verkwikkende

 

verhit

 

gestel

 

opdeed

 
hetwelk
 

verwachten